De dinsdag aangenomen wet Kwaliteitsborging voor het bouwen heeft ook gevolgen voor notarissen. De regeling waarbij consumenten 5 procent van de aanneemsom achterhouden bij de notaris, wordt op 1 januari 2021 aangepast.
Momenteel is het zo dat consumenten via het opschortingsrecht 5 procent van de aanneemsom, ook wel depotbedrag genoemd, bij de notaris kunnen achterhouden. Daarbij moet de koper zelf voorkomen dat dit bedrag drie maanden na de oplevering van de woning (termijn opschortingsrecht) automatisch naar de aannemer wordt overgemaakt. Door de wetswijziging moet de aannemer tussen de 1 en 2 maanden na de oplevering de koper laten weten dat de termijn van het opschortingsrecht afloopt. Een kopie van de brief gaat naar de notaris. Pas als volgens de consument alle gebreken zijn verholpen, mag de notaris het depotbedrag naar de aannemer overmaken.
Kanttekening
De KNB plaatste bij deze nieuwe procedure als kanttekening dat niet altijd uit de brief van de aannemer hoeft te blijken wat de opleverdatum was. Deze datum is bepalend voor de notaris om tot uitbetaling van het depotbedrag over te gaan. Dat moet uiterlijk drie maanden na de opleverdatum gebeuren. Wanneer de datum niet wordt vermeld, moet de notaris dit bij de koper of de aannemer navragen. Dit betekent een verhoging van de regeldruk voor de notaris. De KNB heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om in de wet te regelen dat aannemers, na het verstrijken van de termijn van het opschortingsrecht, de notaris een verzoek sturen tot uitbetaling van het depotbedrag. Het ministerie heeft dit verzoek niet overgenomen.