De Eerste Kamer heeft dinsdag 18 november het wetsvoorstel bestrijding financieel-economische criminaliteit aangenomen. Dit wetsvoorstel leidt ertoe dat de procedure om te beoordelen of notarissen en advocaten zich bij inbeslagneming van stukken in het kader van een opsporingsonderzoek terecht beroepen op hun verschoningsrecht, wordt versneld.
Met dit voorstel worden de strafmaxima van een aantal financieel-economische delicten, zoals misbruik van gemeenschapsgeld, witwasbepalingen en corruptie verruimd of verhoogd. Verder moet de wet ervoor zorgen dat onderzoeken naar financieel-economische criminaliteit minder vertraging zullen ondervinden als onder andere bij inbeslagneming van de kantooradministratie van een frauderende onderneming correspondentie met notarissen of advocaten wordt aangetroffen.