De Tweede Kamer buigt zich 9 november over de nieuwe regels voor internationaal huwelijks- en partnerschapsvermogensrecht. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft de commissie Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer laten weten welke problemen zij nog ziet in de uitvoering van twee Europese verordeningen. Zo maakt de beroepsorganisatie zich onder andere zorgen over de beperktheid van het nieuwe huwelijksgoederenregister.
Er leven ongeveer 16 miljoen internationale paren in de Europese Unie. Door de nieuwe regels kunnen zij het recht kiezen dat toepasselijk is op hun gezamenlijk vermogen in geval van echtscheiding of overlijden. Op dit moment hebben de lidstaten nog verschillende regels.
Rechtskeuze inschrijven
Het nieuwe huwelijksgoederenregister heeft een wettelijke basis. Je kunt echter maar een beperkt aantal dingen inschrijven: Nederlandse huwelijkse voorwaarden en de verklaring dat er geen Nederlands recht van toepassing is. Er is nog onduidelijk of buitenlandse huwelijkse voorwaarden of een rechtskeuze voor buitenlands recht ook worden ingeschreven. De KNB vindt het voor de praktijk van belang dat er meer informatie in het register staat. Bijvoorbeeld welk recht van toepassing is. Dit heeft de beroepsorganisatie de Tweede Kamercommissie laten weten (pdf).
Gemeenschappelijke nationaliteit
Verder vindt de KNB het nodig een aparte bepaling in Boek 10 BW op te nemen over het begrip ‘gemeenschappelijke nationaliteit’. Dit omdat de verordening op dat punt onvoldoende duidelijkheid biedt. Deze onduidelijkheid geldt vooral voor echtgenoten die dezelfde nationaliteit hebben, maar waarbij één echtgenoot ook nog een tweede nationaliteit heeft. Nederland heeft geen voorschrift over de dubbele nationaliteit in de algemene bepalingen van Boek 10 BW. Een extra bepaling kan duidelijkheid geven welke nationaliteit voorgaat.