Een centraal aandeelhoudersregister gehouden door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) is goedkoop en het meest efficiënt. Dit schrijft de beroepsorganisatie aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. De KNB wil dit graag op korte termijn met de minister bespreken.
Opstelten besloot eind 2012 tot de instelling van een besloten centraal aandeelhoudersregister. Hij beraadt zich echter nog over de positionering van dit register. De Kamer van Koophandel heeft geadviseerd het register in het handelsregister op te nemen. De KNB meent echter een grotere toegevoegde waarde te kunnen leveren in de vorm van kostenbesparing en lastenverlichting voor het bedrijfsleven dan de Kamer van Koophandel. Het notariaat beschikt immers primair over alle vennootschaps-, aandelen- en aandeelhoudersgegevens die de minister in het register wil registreren. Daarnaast is de beroepsorganisatie op dit moment bezig met het ontwikkelen van een centraal digitaal repertorium, omdat zij in 2014 de registratie van notariële akten gaat overnemen van de Belastingdienst. In dit digitale repertorium worden enkele gegevens over de notariële akte geregistreerd. Daarbij maakt de KNB gebruik van haar reeds bestaande en goed beveiligde platform voor gegevensuitwisseling, het zogenoemde Platform Elektronische Communicatie (PEC). Deze digitale infrastructuur kan ook gebruikt worden bij het opzetten van het centrale aandeelhoudersregister, zo zegt de beroepsorganisatie. Dit garandeert de veiligheid van het dataverkeer en de actualiteit (real time), vertrouwelijkheid en rechtszekerheid van dat register.
Registratie veilig via PEC
Volgens de KNB is deze wijze van registreren het goedkoopst en meest efficiënt, omdat de notaris de vennootschaps-, aandelen- en aandeelhoudersgegevens tegelijkertijd met het inschrijven en aanbieden van de notariële akte veilig via het PEC registreert bij de KNB. Ook de inzage door het notariaat in deze gegevens kan, door gebruik van het PEC, goedkoop, efficiënt en veilig plaatsvinden, vindt de beroepsorganisatie. Uiteraard kunnen de geregistreerde gegevens ook digitaal beschikbaar worden gemaakt voor bepaalde overheidsinstellingen, net zoals de Belastingdienst ook de gegevens van het digitale repertorium kan inzien.