Minister Ard van der Steur (V&J) heeft laten weten dat er geen situaties bekend zijn waarbij door het vragen van goodwill de eer en aanzien, en dus de kwaliteit en integriteit, van de beroepsgroep zou zijn aangetast. Hij antwoordde dit op Kamervragen van de SP over het betalen van goodwill door notarissen die een kantoor willen overnemen. Eerder informeerde de SP over deze situatie bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB).
In zijn antwoord op de Kamervragen geeft de minister aan dat de KNB in dit verband geen klachten bij de tuchtrechter heeft ingediend of op een andere manier moest ingrijpen. Hij stelt dat het niet de KNB, maar de Commissie van deskundigen is die in de benoemingsprocedure toetst of (de hoogte van de) goodwill aanvaardbaar is. De Commissie van deskundigen beoordeelt de bedrijfseconomische aanvaardbaarheid van een ondernemingsplan en daar maakt de beoordeling van de overeengekomen goodwill deel van uit.
Jaarverslag
Van der Steur verwijst naar het jaarverslag 2014 van de Commissie van deskundigen. Hierin wordt beschreven op welke manier zij tot een oordeel ten aanzien van de betaling van goodwill komt. Van der Steur: ‘In die beoordelingsprocedure komt het incidenteel voor dat goodwillafspraken naar het oordeel van de Commissie van deskundigen niet aanvaardbaar zijn. Dan wordt de startende notaris geadviseerd de goodwillafspraken te herzien. Lukt dat niet, dan zal de Commissie van deskundigen over het ondernemingsplan negatief adviseren.’ Bij zijn besluit op het benoemingsverzoek houdt de minister rekening met dit advies.