De Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet is op 17 oktober door de Tweede Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel vult de Omgevingswet aan, die naar verwachting op 1 januari 2021 wordt ingevoerd. In de Aanvullingswet staan regelingen voor het voorkeursrecht, de onteigening, ruilverkaveling en de landelijke kavelruil.
Deze regelingen staan nu respectievelijk in de Wet voorkeursrecht gemeenten, de Onteigeningswet en de Wet inrichting landelijk gebied. Ook bevat de Aanvullingswet regels voor het verhalen van kosten die de overheid maakt voor het aanleggen van publieke voorzieningen, zoals wegen, riolering, straatverlichting en groenvoorzieningen.
Stedelijke kavelruil
Het kabinet wil met dit wetsvoorstel de regels van de Omgevingswet verder vereenvoudigen en verbeteren, en daarmee de positie van de grondeigenaar versterken. Ook wordt de zogenoemde stedelijke kavelruil geïntroduceerd. Daarmee sluit het kabinet aan bij de trend om gebiedsontwikkelingen vanuit gemeenten te ondersteunen in plaats van zelf te realiseren. De wet biedt meer ruimt aan private initiatieven om de stedelijke omgeving te verbeteren. Ook bij initiatieven waarbij elke vorm van overheidsbemoeienis ontbreekt, kan stedelijke kavelruil van pas komen. De rol van notarissen die te maken krijgen met stedelijke kavelruil is in de basis gelijk aan de rol van notarissen die betrokken zijn bij kavelruil in het landelijke gebied.
Nieuwe rol
Binnen de onteigeningsprocedure is er een nieuwe rol weggelegd voor de notaris: niet het vonnis van de burgerlijke rechter maar een notariële akte vormt straks het sluitstuk van de onteigening. Dit biedt kansen voor de notariële praktijk. Het wetsvoorstel is op verzoek van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) op dit onderwerp nog wel aangevuld, zodat de uitwerking van de onteigeningsakte voor de notaris duidelijk is en zijn verantwoordelijkheid is begrensd.
Eerste Kamer
Nu het wetsvoorstel door de Tweede Kamer heen is, wacht het op behandeling in de Eerste Kamer. De vaste Kamercommissies kunnen nu inbreng aanleveren voor schriftelijk overleg. Dat staat gepland voor halverwege deze maand.