Het gerechtshof Amsterdam heeft een tuchtklacht van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) niet-ontvankelijk verklaard. Het bureau zette vraagtekens bij de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van enkele notarissen in een samenwerkingsverband met belastingadviseurs. De kamer voor het notariaat kwam eerder tot dezelfde conclusie.
De tuchtklacht is volgens het BFT ingediend om duidelijkheid te krijgen over de (on)toelaatbaarheid van de samenwerking tussen notarissen en belastingadviseurs. Volgens het BFT is deze samenwerking – die al sinds 2000 bestaat – in strijd met de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van een notaris.
Concrete gedragingen
Het gerechtshof heeft deze tuchtklacht niet-ontvankelijk verklaard. In de uitspraak stelt het hof vast dat de notarissen deel uitmaken van een samenwerkingsverband, maar de enkele vraag naar de toelaatbaarheid van dit samenwerkingsverband is onvoldoende om de notarissen in dit geval aan het notariële tuchtrecht te onderwerpen. Daarvan zou alleen sprake kunnen zijn als dit samenwerkingsverband zou zijn te herleiden tot concrete gedragingen van de individuele notarissen. Op grond van wat het BFT heeft aangevoerd, zijn naar het oordeel van het hof geen concrete tot de individuele notarissen te herleiden gedragingen gebleken die vanuit een oogpunt van zelfstandigheid en onafhankelijkheid tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn.