Het kabinet wil dat een huwelijksgoederengemeenschap of een finaal verrekenbeding met ongelijke breukdelen gaat leiden tot heffing van schenk- of erfbelasting. Dit blijkt uit de Voorjaarsnota en een internetconsultatie die het ministerie van Financiën woensdag heeft uitgezet.
Is iemand getrouwd in een huwelijksgoederengemeenschap met ongelijke breukdelen? Dan moet de echtgenoot die na ontbinding hiervan meer dan de helft van de gemeenschap krijgt, voortaan schenk- of erfbelasting betalen over dat meerdere. Dat geldt ook in het geval van een finaal rekenbeding waarbij vermogen wordt verrekend op grond van een ongelijke gerechtigdheid tot dat vermogen. De echtgenoot die dan meer dan de helft krijgt van de te verrekenen som, moet voortaan schenk- of erfbelasting betalen over dat meerdere.
Onbedoelde constructies
Deze wijziging van de Successiewet wordt opgenomen in het Belastingplan 2026. Het kabinet wil hiermee onbedoelde constructies aanpakken. Het huwelijksvermogensrecht wordt volgens het kabinet in de hierboven genoemde gevallen ingezet om geen of lagere schenk- of erfbelasting te construeren. Het kabinet vindt het ongewenst dat echtgenoten schenk- of erfbelasting ontwijken door civielrechtelijke keuzes te maken die zijn ingegeven vanuit fiscale beweegredenen.
Overgangsrecht
Het kabinet wil deze maatregel op 1 januari 2026 laten ingaan. Volgens het voorstel geldt deze maatregel niet voor huwelijkse voorwaarden waarin reeds een ongelijke breukdelengemeenschap of een finaal verrekenbeding met ongelijke breukdelen is overeengekomen voor 18 april 2025. Deze datum is het moment van bekendmaking van deze maatregel in de Voorjaarsnota en beoogt aankondigingseffecten te voorkomen. Bij wijziging van huwelijkse voorwaarden op of na 18 april 2025 verliezen de echtgenoten hun aanspraak op het overgangsrecht en gaat de nieuwe regelgeving gelden. De einddatum van de consultatie is 14 mei.