Consumenten en notarissen zijn zich bewuster van de risico’s van speculatieve grondhandel. Ook worden de voorstellen van de KNB over een wettelijke bedenktijd en de rol van toezichthouders verder verkend. Dat schrijft minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in een brief aan de Tweede Kamer.
Bij speculatieve grondhandel splitsen handelaren landbouwpercelen om deze te verkopen aan kleine beleggers, vaak met de valse belofte dat er later gebouwd mag worden. Notarissen komen veelal pas in beeld bij de eigendomsoverdracht. Zij mogen alleen in uitzonderlijke omstandigheden weigeren mee te werken aan de eigendomsoverdracht.
Afname
Uit de Kamerbrief blijkt dat speculatieve grondhandel afneemt. Het aantal beleggingspercelen is sinds 2023 sterk gedaald, waarschijnlijk vanwege door verhoogde media- en politieke aandacht, aldus de minister. Ook notarissen zijn scherper op de risico's geworden, dankzij recente tuchtrechtspraak en toegenomen aandacht in onder meer vakliteratuur.
Maatregelen
De minister deelt in haar brief ook diverse maatregelen tegen speculatieve grondhandel. De KNB heeft hiervoor eerder enkele voorstellen aangedragen: toezicht door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), een wettelijke bedenktijd en verplichte betrokkenheid van de notaris bij de koopovereenkomst.
Dit laatste voorstel is door de minister niet overgenomen. De maatregel wordt gezien als niet doelmatig en kostenverhogend. De KNB is echter van mening dat tussenkomst van de notaris meerwaarde heeft zonder dat dit extra kosten met zich meebrengt en wil hierover in gesprek met het ministerie.
Verder onderzoek
Wat betreft toezichthouders geeft de minister aan dat de AFM en Autoriteit Consument & Markt (ACM) al gegevens kunnen delen. Met het Bureau Financieel Toezicht (BFT) is dat nog niet wettelijk toegestaan. De overheid zal een eventuele herziening verder onderzoeken. Het voorstel van de KNB om een wettelijke bedenktijd van 3 dagen voor kopers in te voeren wordt ook nader bekeken.