Bij de Commissie van deskundigen notariaat (Cvdn) zijn in 2018 minder ondernemingsplannen van toekomstig notarissen ingediend dan een jaar eerder. In 2018 kreeg zij 53 plannen te beoordelen, een jaar eerder 61. Dit blijkt uit het jaarverslag van de commissie. Het aantal plannen dat is ingediend voor een solitaire opvolging is gehalveerd.
In 2017 waren er nog 20 verzoeken een notaris op een eenmanskantoor (solitair) op te volgen. Vorig jaar werden er slechts 8 verzoeken gedaan. In slechts 1 geval ging het om een plan voor een nieuw solitair kantoor. Bij de meeste ondernemingsplannen, 23 van de 53, ging het om het opvolgen van een notaris op een bestaand kantoor met meerdere notarissen. In totaal zijn er vorig jaar 59 plannen behandeld. Geen enkel plan kreeg een negatieve beoordeling. Wel hebben er twee gesprekken plaatsgevonden waarin de commissie vroeg het ingediende mondeling toe te lichten. Deze gesprekken hebben de onduidelijkheden weggenomen, waarna de commissie alsnog een positief advies kon geven.
Niet volledig
De Cvdn beoordeelt de ondernemingsplannen van toekomstig notarissen. Niet volledige ondernemingsplannen kunnen nog niet worden behandeld. 66 procent van de ingediende plannen was in 2018 in eerste instantie onvolledig. In 2017 was dit slechts 25 procent. De commissie is bezig het indienen van ondernemingsplannen te verbeteren en te vergemakkelijken, maar benadrukt in het jaarverslag ook dat een goed en inhoudelijk plan een belangrijk ijkpunt blijft. Het zorgt ervoor dat de indiener zijn of haar taak als notaris in de toekomst beter uit kan voeren. Ook bij de inhoudelijke beoordeling van de plannen is het nodig dat de commissie nadere vragen stelt. In 2018 gebeurde dit in 59 procent van de gevallen, in 2017 bij 75 procent van de ingediende ondernemingsplannen.
Goodwill
De commissie constateert dat in sommige gevallen nog steeds een te hoge goodwill voor de overname of toetreding tot een notariskantoor wordt afgesproken. Het gaat meestal om een te hoge verwachting van toekomstige inkomsten, maar het komt ook voor in de vorm van huurlasten of een managementvergoeding zonder tegenprestatie.