Logo KNB.nl
English

Notaris en maatschappij

Gebarentaal op kantoor

Na jarenlange strijd vanuit de dovengemeenschap is de Nederlandse Gebarentaal erkend als officiële en volwaardige taal. Maar er is meer nodig om de belangen van dove of slechthorende cliënten te dienen in de notariële dienstverlening.

Tekst: Dorine van Kesteren | Beeld: New Africa/Shutterstock Notariaat Magazine 2020-01
Doventaal web 750x400

‘Het moet mogelijk worden dat notarissen akten verlijden in deze taal’

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) is een taal met een eigen grammatica, zinsopbouw en woordenschat. Lange tijd was het voor dove en slechthorende Nederlanders niet vanzelfsprekend deze taal te gebruiken in het onderwijs, op het werk en in het openbare leven. Pas in september 2020 werd NGT door het parlement erkend als officiële taal. Een belangrijke stap, maar er is meer nodig om de belangen van doven en slechthorenden in de notariële dienstverlening te dienen, zegt Oscar Dreuning, notarieel jurist bij Hayhoe Familierechtadvies in Purmerend. Dreuning, op papier doof, functioneert als slechthorend, dankzij een combinatie van liplezen en een cochleair implantaat. Afgelopen zomer studeerde hij af in notarieel recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn scriptie ging over NGT in het notariaat.

Moedertaal

Dreunings eerste aanbeveling is om artikel 42 lid 1 en 2 van de Wet op het notarisambt aan te passen. ‘Daarin moet expliciet komen te staan dat een notaris die zelf de NGT beheerst als moedertaal, kan optreden zonder tussenkomst van een tolk gebarentaal. Dan wordt het mogelijk dat notarissen akten verlijden in deze taal. Nu zijn doven en slechthorenden afhankelijk van een tolk gebarentaal en krijgen ze hoogstwaarschijnlijk een notaris die niet NGT-vaardig is.’ Daarnaast is het taalniveau van dove of slechthorende cliënten vaak lager dan het taalniveau in juridische teksten. ‘Een tolk kan dat niveauverschil overbruggen door de tekst te interpreteren en te verduidelijken. Dat gaat beter als de taal in notariële akten eenvoudiger wordt. Natuurlijk moet die vereenvoudigde tekst juridisch wel waterdicht zijn. Op termijn zou het mooi zijn als notariële termen worden omgezet in NGT. Dat is nu nog niet het geval. Ook niet bij juridische termen in andere rechtsgebieden trouwens.’

Doventaal blauw 2 web 750x250

'Aarzel niet om een doventolk in te schakelen'

Belehrungsplicht

Een notaris die te maken heeft met dove of slechthorende cliënten moet nagaan of zij de taal van de akte voldoende verstaan. Zo niet, dan schrijft de wet de inzet van een tolk voor. Deze keuze is niet vrijblijvend: de wetgever wil dat alle cliënten van de notaris worden geïnformeerd in een taal die zij begrijpen en snappen waarvoor ze tekenen. ‘Het is belangrijk dat notarissen dove of slechthorende cliënten melden dat ze het recht hebben een tolk in te schakelen. Dat gebeurt in de praktijk niet altijd.’

Notarissen ‘belehren’ hun cliënten, zodat zij op de hoogte zijn van de inhoud en betekenis van de akte en weloverwogen een beslissing nemen. Bij dove of slechthorende cliënten moet de bijstand van een tolk voldoende vervangende zekerheid bieden voor deze Belehrungsplicht. ‘Zo nodig moet de notaris de cliënt en de tolk wijzen op de rechtsgevolgen van de akte. Als hij ervan overtuigd is dat de cliënt de inhoud van de akte begrijpt, kan hij ervan uitgaan dat hij heeft voldaan aan zijn zorg- en informatieplicht.’

Beëdigd tolk 

Een veelvoorkomend misverstand in de notariële praktijk is dat een tolk NGT ingeschreven moet zijn in het Register beëdigde tolken en vertalers, zoals de tolken in straf- en vreemdelingenzaken. ‘Dat klopt niet: het is voldoende als de tolk in het Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken (RTGS) staat. Dit is een openbaar en onafhankelijk register. Bij de notaris gaat het om een tolkopdracht van privaatrechtelijke aard, waarbij de tolken in het RTGS zich moeten houden aan de beroeps- en kwaliteitscodes van hun beroepsvereniging.’

Notarissen mogen ook geen extra kosten rekenen als dove mensen een tolk meenemen. ‘De tolk moet zich voorbereiden, aanwezig zijn bij het passeren en zaken uitleggen aan de cliënt. Daarmee zijn de nodige tijd en kosten gemoeid. Op grond van de Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken mag de notaris deze kosten niet doorberekenen aan zijn cliënt. Want anders is er geen gelijke toegang tot het notariaat.’

Eigen kantoor

Het uiteindelijke doel van Dreuning is om de beroepsopleiding notariaat te volgen en de eerste dove notaris van Nederland te worden. ‘Ik wil graag een eigen kantoor openen waar ook doven en slechthorenden terechtkunnen voor notarieel advies in hun eigen taal. Met 1,5 miljoen Nederlanders, van wie 10.000 mensen de NGT als moedertaal hebben, is dit een doelgroep van belang.’

Notaris én native speaker gebarentaal

De oudere zus van Anthonie Jacobse, notaris in Vlissingen, is doof geboren. Hij is dus van huis uit ‘native speaker’ gebarentaal. ‘Net als veel andere doven heeft mijn zus zich later enorm ontwikkeld in liplezen. Daarom is de gebarentaal gaandeweg naar de achtergrond verschoven, maar ik beheers het nog steeds.’ 

In zijn praktijk hoeft hij echter weinig van deze vaardigheid gebruik te maken. ‘Het komt een enkele keer voor dat ik aan een dove of slechthorende cliënt een akte toelicht in gebarentaal. Als iemand goed kan liplezen, doe ik dat met een enkel ondersteunend gebaar. Beheerst de cliënt het liplezen minder, dan intensiveer ik de gebarentaal. Misschien is het jammer dat ik dit unique selling point onvoldoende inzet om cliënten te werven. Want daar is natuurlijk zeker markt voor.’

Goed opgeleid

Jacobse vindt niet dat de taal in notariële akten speciaal voor doven en slechthorenden eenvoudiger moet worden. ‘Dat iemand niet of slecht kan horen, wil niet zeggen dat hij die teksten niet kan doorgronden. Veel doven, onder wie mijn zus, zijn goed opgeleid en gewend om te functioneren in de ‘wereld van de horenden’. Zij beheersen de Nederlandse taal echt niet minder dan de gemiddelde Nederlander.’

Bij de mondelinge toelichting op de akte dreigt wel een achterstand voor deze doelgroep, vervolgt hij. ‘Naast duidelijk articuleren en vooral langzaam praten, kun je de Belehrung ook (meer) schriftelijk vormgeven. Twijfel je over de complexiteit van de akte, beweegredenen van partijen of merk je dat de ingestoken vorm van communicatie toch niet aankomt, aarzel dan vooral niet om een doventolk in te schakelen.’ 

Reageren?

Mail dan naar nm@knb.nl