Logo KNB.nl
English

Anders bekeken

Toezicht: straf of leerschool?

Goed toezicht is in veel beroepsgroepen nodig. Niet alleen in het notariaat. Ook, artsen, accountants en deurwaarders hebben een toezichthouder. Maar hoe ervaren beroepsgroepen die toezichthouder? Omarmen ze hem of zijn ze er bang voor? En wat kan anders?

Beeld: Shutterstock Notariaat Magazine nummer 2021-04
Roze bril anders bekeken 750x250

‘Met een veiligheidsbril naar ons eigen professionele gedrag kijken’

Irene Grossmann, chirurg

‘De meeste incidenten in de zorg komen niet voort uit kwade wil en crimineel gedrag is helemaal zeldzaam. Toch gebeurt er genoeg wat schade toebrengt aan de patiënt. Vooral deze incidenten, die de kwaliteit van zorg ondermijnen, zijn de zorg van de toezichthouder. Een klein deel daarvan zijn verwijtbare fouten, die soms terechtkomen bij het tuchtcollege. De grote meerderheid wordt vrijgesproken, maar is wel “door de molen gehaald”, wat vaak als een straf op zich wordt ervaren. En niet zelden zonder dat het systeem wat heeft geleid tot het incident, echt verandert. Strafprocedures of maatregelen die als zodanig worden ervaren, hebben doorgaans geen positief effect. Deze “dreiging” echter, motiveert zorgverleners niet om openlijker over incidenten of potentieel onveilige situaties met de toezichthouder te praten. Terwijl juist dat nodig is, dus dat we het daar méér over gaan hebben. Dat we vertrouwder worden om bijvoorbeeld met een veiligheidsbril op naar ons eigen professionele gedrag te kijken. Dat we ondersteuning accepteren van andere professionals. Ik denk dat een toezichthouder die vertrouwt en bij problemen een helpende hand biedt, veel meer voor de zorg kan betekenen. De eerste stappen daarin zijn al gezet, zoals het uitgesproken vertrouwen waarmee de inspectie artsen en verpleegkundigen in de COVID-crisis heeft ondersteund. Dat is al een hele mooie ontwikkeling. Maar er is nog een hoop te doen.’

Anders bekeken NM4 toezicht 750x250

Nick van Buitenen, notaris

‘Het notariaat is gebouwd op vertrouwen. Goed toezicht draagt bij aan dat vertrouwen. Het vertrouwen van burgers en overheid moeten we koesteren, dus moeten we ons ook bekommeren om de kwaliteit van het toezicht. Goed toezicht kan niet zonder vertrouwen in de toezichthouder. Maar dat vertrouwen staat onder druk. Door het optreden van de onafhankelijk toezichthouder voelt het alsof we eigenlijk geen fouten mogen maken. Notarissen passeren samen tegen de twee miljoen akten per jaar. Natuurlijk gaat er dan weleens wat fout. Van fouten maken leren we en van dat leerproces worden wij betere notarissen. Maar realiseert de toezichthouder zich dat ook? Niet lang geleden diende de toezichthouder een klacht in tegen een onfortuinlijke notaris die wél had hersteld, maar net buiten de krappe hersteltermijn. Zijn goede gedrag werd niet beloond, maar juist bestraft. Als deze notaris al geen pluim verdiende, dan zeker geen tik op de vingers. Zo’n tik komt hard aan en maakt dat notarissen bang zijn om fouten te maken. Die angst leidt tot een vinkjescultuur in plaats van een moedige houding. Wij doen ons best, maar zullen echt af en toe een fout maken. Een foute notaris moet worden gestraft, maar niet de notaris die een fout maakt.’

Steven ten Hagen, registeraccountant

‘Accountants moeten kwaliteit leveren. Het maatschappelijk verkeer moet kunnen vertrouwen op het oordeel van accountants in de door hen afgegeven verklaringen. Goed toezicht heeft als doel om de kwaliteit duurzaam te borgen. Zowel de beroepsgroep als de toezichthouder heeft dus baat bij het leveren van kwaliteit, daar is geen discussie over. De afgelopen tien jaar van toezicht op accountants heeft echter (te) vaak in het teken gestaan van “wij tegen zij”. De toezichthouder vond dat accountants hun kwaliteit moesten verhogen en accountants vonden de toezichthouder te streng, te snel straffen of te theoretisch en niet praktijkgericht. Soms werden deze tegenstellingen zelfs voor de rechter uitgevochten. Dit is natuurlijk niet goed voor het vertrouwen in zowel de beroepsgroep als de toezichthouder. Het is van belang dat accountants en toezichthouder veel meer gaan samenwerken, begrip voor elkaar krijgen en gezamenlijke doelstellingen formuleren. Van goot belang hierbij is dat beide partijen het eens zijn over wat kwaliteit is en hoe deze gemeten wordt, niet alleen volgens de (theorie)boeken, maar vooral in de dagelijkse praktijk. Accountants hoeven toezicht niet leuk te (gaan) vinden, maar wel als redelijk ervaren. Meer van elkaar leren en minder straffen dus, dat heeft een positief effect op het werk van de accountant, het toezicht en het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer.’

Reageren?

Mail dan naar nm@knb.nl