'Eenvoudige formuleringen hoeven niet ten koste te gaan van juridische zorgvuldigheid'
De een staat met één been stevig in het notariële beroep. De ander verruilde decennia geleden het notariaat voor de rechterlijke macht. Lucienne van der Geld, directeur Netwerk Notarissen en plaatsvervangend raadsheer bij het gerechtshof Den Haag, en Jan Hein Lieber, senior raadsheer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zijn het erover eens dat de notariële akte eenvoudiger kan. ‘Ik ben door mijn werk als raadsheer op een andere manier naar de akte gaan kijken’, aldus Van der Geld. ‘Als er ruzie is over de huwelijkse voorwaarden en partijen geven allebei een andere uitleg stel ik ze voor om terug te gaan naar het moment waarop ze die huwelijkse voorwaarden maakten. Wat dacht je dat je toen samen had afgesproken? Soms herinneren ze zich nog maar een paar zinnen.’
‘De notaris doet eigenlijk iets merkwaardigs’, vult Lieber aan. ‘Hij schrijft in vaktaal op wat ze hem hebben gevraagd. Daarna legt hij het bij het passeren van de akte weer in begrijpelijke taal uit. Het zijn twee vertaalslagen achter elkaar. Wat overblijft, is de akte. Dat begrijpelijke verhaal aan het begin en het einde staat nergens op papier. De akte wordt in een procedure bij de rechter ingebracht. Vaak hebben mensen geen flauw idee wat er staat. Ze leggen met hulp van een advocaat de akte uit op een manier die hen goed dunkt. Het helpt als de notaris in de akte opschrijft wat mensen in hun eigen bewoordingen zeggen. Al is het maar een inleiding in een akte. Dat voorkomt ambiguïteit. Voor een rechter is het fijn als notariële akten eenvoudig en duidelijk zijn. Wat ik wel eens zie, is dat in de akte van huwelijkse voorwaarden eerst een periodiek verrekenbeding staat en even verderop een finaal verrekenbeding zonder dat duidelijk is hoe die twee bepalingen zich tot elkaar verhouden. Wanneer geldt het ene beding en wanneer het andere? Dat is niet opgeschreven. Dan moeten wij er als rechter achter zien te komen wat de bedoeling is geweest.’
Verhaal
Van der Geld: ‘Iedere akte is een verhaal. Hoe logischer je dat verhaal vertelt hoe beter. Bij een levenstestament vraag ik mij af wat er nu het belangrijkste is voor de cliënt. Dat is niet de juridische duiding, maar wie mag mijn beslissingen nemen als ik dat niet meer kan. Om het hen en mijzelf gemakkelijker te maken, denk ik in scenario’s. Welke situaties kunnen zich voordoen en wat moet er in die scenario’s gebeuren? Als mijn erfgenaam niet meer leeft of ik lig in scheiding als ik overlijd, wat wil ik dan dat er gebeurt? Dat werkt heel goed. Verder gebruik ik een considerans om de achtergrond te schetsen. Wat ging er vooraf aan deze akte? Waarom wilden ze dit regelen? Daarin herkennen mensen zichzelf. Aan het eind van de akte schrijf ik een samenvatting, een soort juridische bijsluiter, met de hoofdlijnen van de akte.’
Scheldwoorden
Eenvoudige formuleringen hoeven niet ten koste te gaan van juridische zorgvuldigheid, vindt Lieber. ‘Het is eerder omgekeerd. Je kunt leesbaar schrijven op alle taalniveaus. Een begrijpelijke tekst komt het resultaat ten goede. Makkelijk is het niet. Het is eenvoudiger iets moeilijk op te schrijven dan andersom. Het vereist moed om het leesbaar op te schrijven en af te wijken van de modelakte. Dat is immers de veilige keuze. Daarom is het goed om daarover met elkaar te sparren en kennis te delen. Dat doen we ook als rechters. Er is een onleesbare volzin uit het Haviltex-arrest dat gaat over de manier waarop je overeenkomsten uitlegt. Ik zou daarover graag een prijsvraag onder collega’s uitschrijven. Wie kan die regel zo eenvoudig mogelijk opschrijven? Bij uitspraken waar kinderen bij betrokken zijn, schrijven we steeds vaker een apart onderdeel in een taal die voor kinderen te begrijpen is. Ik probeer in uitspraken ook vaak letterlijk te citeren wat mensen in zittingen hebben gezegd. Zelfs al zijn het scheldwoorden.’
Voldoening
Ze pleiten niet voor het uitbannen van jargon in een akte. Van der Geld: ‘Je kunt geen akte schrijven zonder juridisch jargon. De akte is immers ook voor andere juristen van belang. Ik heb een hybride taalgebruik ontwikkeld dat ik gebruik voor de teksten waar Netwerk-notarissen hun akte op kunnen baseren. Op die manier kun je rekening houden met de verschillende soorten lezers van de akte. In de eerste plaats richt je je op de mensen die de akte ondertekenen. Je legt niet alleen de afspraak vast in begrijpelijke taal, maar ook het resultaat van de afspraak, zodat je zeker weet dat ze het begrijpen. Vervolgens voeg je de juridische context toe voor collega-juristen die de akte lezen. Zo kun je nauwkeurig communiceren. Het maakt het ook eenvoudiger voor de notaris. Bij een contract moet er wilsovereenstemming zijn. Dat is veel gemakkelijker te controleren als mensen de akte goed begrijpen. Ook het Belehren gaat veel gemakkelijker.’
Wat hebben notarissen nodig om zo’n hybride akte te schrijven? Van der Geld: ‘Je moet echt goed in de materie zitten. Voor een kandidaat-notaris die net begint, is dat lastiger dan voor iemand die gewend is de vertaalslag te maken. Ervaren collega’s zijn gewend om over een casus met elkaar in jargon te sparren. Dat los je op met handige online taalhulpjes. Je typt een woord en krijgt een eenvoudiger synoniem. Ik denk dat de meeste notarissen er wel voldoening uit halen om die vertaalslag te maken. Oefening baart kunst.’