Wanneer is een transactie ongebruikelijk?
Corstanje: ‘Als de notaris iets wordt gevraagd wat hij niet kan verklaren. Als je op basis van de casus en cliëntonderzoek geen bevredigende antwoorden vindt, moet je die transactie melden. Waarom komen ze bij mij? Zodra je jezelf die vraag stelt, zit je al dicht bij het melden van een ongebruikelijke transactie. Je hoeft niet op zoek naar een strafbaar feit. Vanuit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) hoef je alleen maar iets ongebruikelijks te detecteren.’ Zuidema: ‘We leggen de lat zo laag mogelijk voor het melden van ongebruikelijke transacties zodat notarissen zo min mogelijk tijd hoeven te besteden aan het doen van een melding. Vervolgens onderzoekt de FIU-Nederland – die beschikt over meer informatie dan de notaris – of er meer aan de hand is. Er zijn daarbij geen afvinklijstjes. Wat voor de ene notaris ongebruikelijk is, vindt een ander wellicht normaal. Voor een groot notariskantoor met veel internationale klanten kan een cliënt uit België de normaalste zaak van de wereld zijn. Maar bij een klein kantoor in Leeuwarden roept zo’n zelfde bezoek juist mogelijk vragen op. Zeker voor een transactie of cliënt die een hoger risico met zich kan brengen. Daarom moet een notaris over beleid en procedures beschikken om de risico’s in kaart te brengen.’
Wanneer moet je melden?
Corstanje: ‘De Wwft is daar heel expliciet in. “Onverwijld” staat er. Als de notaris zich bewust is van een ongebruikelijke transactie moet hij dat direct melden. Ook als een transactie niet doorgaat omdat de notaris die afkapt of omdat een cliënt vindt dat de notaris teveel vragen stelt. Het gaat dan om een voorgenomen transactie. Ook die valt expliciet onder de meldplicht. De melding stelt ons in staat die transactie te monitoren. Soms probeert een cliënt het bij meerdere notarissen. Dan past hij zijn verhaal aan om toch zijn doel te bereiken. Dat volgen van een transactie op basis van meerdere meldingen, ook van andere meldersgroepen, geeft de FIU-Nederland belangrijke inzichten.’ Zuidema: ‘Het notariaat en de overheid zien beide stukjes van de puzzel. Het is de kunst een gezamenlijk beeld te creëren van zaken die kunnen wijzen op gebruik van sector door criminelen.’
Hit
Wat zijn de afwegingen die van een ongebruikelijke transactie een verdachte transactie maken?
Corstanje: ‘Het hoofd van de FIU-Nederland is degene die dat beslist. Er zijn veel analisten die dossiers maken, maar uiteindelijk is zij degene die een ongebruikelijke transactie na analyse verdacht kan verklaren en ter beschikking kan stellen van de opsporing. De ongebruikelijke transacties komen binnen in een buffer van de FIU-Nederland. Dat is een afgeschermde, beveiligde database waar alleen gescreende medewerkers van de FIU-Nederland toegang toe hebben. Uiteindelijk zijn er vier manieren waarop een gemelde ongebruikelijke transactie door de FIU-Nederland verdacht kan worden verklaard. We matchen onze database met het register van de politie waarin opsporingsonderzoeken zijn opgeslagen. Als er sprake is van een hit wordt bekeken of die relevant is voor een mogelijke verdachtverklaring. Een transactie kan ook verdacht worden verklaard, omdat gegevens opduiken in een database van een van de 166 FIU’s die wereldwijd samenwerken en informatie uitwisselen. Soms vraagt het Openbaar Ministerie (OM) of we aanvullende informatie hebben in onze database naar aanleiding van een lopend opsporingsonderzoek. Als we die informatie aantreffen wordt die als verdacht bestempeld. Daarnaast hebben we onze eigen onderzoeken. Niet al onze bevindingen leiden tot strafrechtelijk onderzoek. Dat is ook niet de bedoeling, het is informatie die de opsporing helpt haar werk goed te doen. Je krijgt ook zicht op nieuwe fenomenen, zoals verdachte geldstromen rond bitcoins.’
Dreigingsrisico’s
Hoe wordt de veiligheid van de melder gewaarborgd?
Zuidema: ‘De veiligheid van de melder nemen we heel serieus. Als een melding betrokken wordt in een strafrechtelijk onderzoek komt daar niet de naam van de individuele melder te staan, maar van de instelling. Voor grote kantoren is dat afdoende. Wanneer het om een klein kantoor gaat – waar de naam van de instelling vaak dezelfde is als van de melder – neemt de opsporing altijd contact op met de meldende instelling. In dat gesprek met die notaris wordt sinds november ook gevraagd of er dreigingsrisico’s zijn. Dan wordt er een afweging gemaakt. Afhankelijk van het onderzoek neemt het OM de beslissing om die informatie – op basis van al bestaande wettelijke kaders – eventueel buiten het strafdossier te houden of het geanonimiseerd toe te voegen. Uiteraard kan een melder ook altijd zelf contact opnemen met de politie bij angst voor dreigingen.’
Waarom niet standaard anoniem melden bij de FIU-Nederland?
Zuidema: ‘Omdat we het in het Nederlandse rechtstelsel van belang vinden dat je de herleidbaarheid van bewijs moet kunnen beoordelen. De onschuldpresumptie is een grondbeginsel. Voor een opsporingsinstantie moet duidelijk zijn waar de informatie vandaan komt en hoe betrouwbaar die is. Die informatie is niet alleen voor de FIU-Nederland, de opsporing en het OM van belang, maar ook voor de – verdediging van de – verdachte en de gerechtelijke instantie die uiteindelijk het oordeel velt of een vermoedelijk strafbaar feit wettig en overtuigend is bewezen. De hele gedachtegang achter de Wwft is het schoonhouden van het financiële stelsel, het voorkomen dat die wordt gebruikt door criminelen. Als poortwachter moet je kenbaar maken wie je bent en aangeven waarom je de melding hebt gedaan.’
Nieuw meldformulier
In oktober is een nieuw meldformulier voor de notarissen live gegaan. Het oude generieke meldformulier bevatte veel invulvelden die eigenlijk niet van toepassing waren op de dienstverlening van het notariaat. Nu staan er alleen vragen die voor het notariaat van belang zijn.