‘Wil je meer, dan moet je jezelf bijverzekeren’
Lijnrecht tegenover elkaar. Dat staan werkgevers en werknemers wel vaker. Zo ook als het gaat om pensioenen. Ook in het notariaat. Maar ze strijden ook samen voor de oude dag. Het notariaat heeft één PensioenKamer. Deze bestaat uit een werkgevercommissie, dat zijn de notarissen. En een werknemerscommissie, die bestaat uit kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen, oftewel de werknemers. Zo’n vijf à zes personen per commissie. Overige medewerkers worden vertegenwoordigd door de Bond voor de Medewerkers uit het Notariaat. Samen vormen zij de sociale partners. De PensioenKamer zorgt periodiek voor een nieuwe regeling en zal in de toekomst ook meedenken over de implementatie van het nieuwe pensioenstelsel. De commissies gaan dus over de inhoud van de regeling. Wat is het opbouwpercentage? Wat kost het, wat mag het kosten en wat levert het op? Maar ze doen dit niet alleen. Pensioenfonds Notariaat voert de regeling uit. Wat er in de PensioenKamer wordt besproken, moet natuurlijk wel uitvoerbaar zijn. Het heeft geen zin om veel bloed, zweet en tranen in een regeling te stoppen om er vervolgens achter te komen dat het niet uit te voeren is. Het Pensioenfonds controleert daarom de plannen op uitvoerbaarheid.
Individueel of solidair
Kandidaat-notaris Regina van Rijswijk is voorzitter van de werknemerscommissie. Deze commissie heeft de afgelopen maanden flink gediscussieerd met de werkgeverscommissie over de pensioenregeling voor 2022. ‘Dat hoort. We zijn eigenlijk een soort minivakbonden. Je komt op voor de belangen van je achterban. En die van kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen zijn gewoon anders dan die van notarissen, de werkgevers.’ Antal DeWitte is notaris en voorzitter van de werkgeverscommissie. ‘Werknemers willen een meer solidaire regeling en notarissen een wat meer individuelere. Daar zijn dan ook vaak de discussies over. Bijvoorbeeld als het gaat om kosten. Werkgevers betalen namelijk de helft van de premie van de werknemers.’
Met een schuin oog wordt ook al gekeken naar de toekomst. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt al heel lang aan een nieuw pensioenstelsel. Hij wil vanaf 2023 naar een transparanter en persoonlijker pensioenstelsel. Van Rijswijk en DeWitte juichen dat toe. ‘Het nieuwe pensioenstelsel gaat uit van een twee varianten. Een waarbij je zelf kunt sleutelen aan je regeling en zelf kunt bepalen wat je met je beleggingen doet. Individueler dus. En een die wat socialer is’, legt DeWitte uit. ‘Uit ons onderzoek is gebleken dat de medewerkers meer kiezen voor de sociale variant en de werkgevers meer voor de individuelere variant. De nieuwe regeling maakt het dus veel gemakkelijker om aan ieders wensen te voldoen’, vult Van Rijswijk aan.
Te laat
Met de regeling voor volgend jaar zijn ze beiden best tevreden. ‘Iedereen betaalt iets meer, maar kandidaat-notarissen gaan er wat op vooruit qua opbouw voor later. Dat is echt nodig, want we lopen wat achter daarmee’, aldus Van Rijswijk. Nadenken over je pensioen is volgens de voorzitters van de PensioenKamer altijd verstandig. DeWitte: ‘De opbouw vindt plaats over je hele werkzame leven. Als je daar pas tien jaar voor je pensioen over na gaat denken, ben je al te laat. Dus je moet van te voren weten wat je aan het doen bent en waarom.’ Van Rijswijk vult aan: ‘Jezelf extra bijverzekeren is helemaal niet vreemd. Ik doe dat ook.’
Vragen uit het veld
Notariaat Magazine vroeg (kandidaat-)notarissen vragen in te leveren.
- Waarom blijft deelname aan de notariële pensioenregeling verplicht
Van Rijswijk: ‘In principe is dat niet aan ons om te beslissen. Het staat in de notariswet ter bescherming van notarissen, werknemers en nabestaanden.’
DeWitte: ‘Het is een discussie die geregeld wordt gevoerd. De notariële pensioenregeling is misschien een karige regeling voor de notaris. Maar het is ook echt een vangnetregeling. Voor medewerkers is dat anders. Het is wel verstandig om deze vangnetregeling eronder te laten liggen. Het gaat nu goed in het notariaat, maar dat kan over een paar jaar anders zijn en dan is het wel fijn dat je iets hebt geregeld. Wil je als notaris meer, dan moet je jezelf bijverzekeren.’
- Waarom is het Pensioenfonds Notariaat zo duur?
DeWitte: ‘Pensioenfonds Notariaat gaat over de kosten. Maar bij een klein fonds liggen die per deelnemer gewoon wat hoger. Dat is niet anders. Wij willen graag dat het fonds concurrerend is met andere fondsen. De fusie van een paar jaar geleden heeft al voor minder kosten gezorgd.’
Van Rijswijk: ‘Onze dekkingsgraad is nu 109 procent. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe beter de financiële situatie. Het fonds doet het dus prima, beter dan een aantal andere fondsen.’
- Is het als werkgever niet vreemd om twee verschillende regelingen te hebben voor medewerkers?
DeWitte: ‘Wij zouden heel graag die regeling meer in elkaar zien vloeien. Omdat wij denken dat het beter is om met één regeling voor alle medewerkers te werken.’
Van Rijswijk: ‘Er valt niet langer uit te leggen waarom een klerk en een kandidaat-notaris andere regelingen hebben. Wij willen meewerken aan een gelijke regeling voor beiden. Hierover gaan de gesprekken nu al.’
- Wat gaat er in het nieuwe stelsel gebeuren met mijn opgebouwde pensioen?
DeWitte: ‘Als je bestaande afspraken omzet, gaat er altijd wel iets gebeuren. Er zullen mensen positiever uitkomen en mensen negatiever. Daarvoor zal een compensatieregeling moeten komen.’