Casus
Begin maart 2018 verkopen twee broers op leeftijd een perceel grond gelegen achter hun woning voor 10.000 euro. De notaris passeert de levering op 5 april 2018 in het zorgcentrum waar een van de broers woont, in aanwezigheid van een andere broer en zus.
In mei 2018 bericht de gemachtigde van klagers aan de kopers dat de overeenkomst wegens dwaling of misbruik van omstandigheden wordt vernietigd. De kopers willen de koop echter niet terugdraaien. Op 19 oktober 2019 benoemt de kantonrechter klagers tot bewindvoerders over de goederen van de broers.
De kamer Arnhem/Leeuwarden (ECLI:NL:TNORARL:2019:46) verklaart de klagers niet-ontvankelijk aangezien het perceel ten tijde van de overdracht nog niet onder bewind stond.
Het hof Amsterdam beslist in een tussenbeslissing (ECLI:NL:GHAMS:2020:2793) dat klagers wel ontvankelijk zijn in hun klacht aangezien de taak van de bewindvoerders ruim opgevat moet worden en enig redelijk belang voldoende is voor ontvankelijkheid.
De civiele rechter beslist eind 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:10389) dat de koopovereenkomst in stand blijft.
De klacht
De notaris was ten tijde van het passeren van de akte onvoldoende alert op (het gebrek aan) de wilsbekwaamheid van de twee broers. Ook zou de notaris geen conceptakte aan de twee broers hebben gestuurd.
Het verweer
De akte is bewust niet bij volmacht maar in aanwezigheid van partijen gepasseerd, nu het twee oudere verkopers betrof van wie er één in een zorgcentrum woonde. De notaris heeft de akte uitvoerig met hen doorgenomen, omdat hij wist dat een broer niet kon lezen en niet heel goed kon praten, maar hij wist wel dat hij geen eigenaar meer zou zijn van het perceel en gaf aan blij te zijn dat het perceel werd overgedragen aan oude bekenden. Na afloop was er koffie en taart; de sfeer was goed.
'Gegrond met oplegging van een maatregel'
Het oordeel
De notaris had moeten twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de broer in het zorgcentrum. De notaris heeft de akte niet ‘onder vier ogen’ met de broers doorgenomen, maar in aanwezigheid van een broer en zus, ook al was dit met de instemming van de broers.
Voorts blijkt dat de broer in het zorgcentrum verstandelijk beperkt was, in 2013 een beroerte heeft gehad en sinds 2015 in een zorgcentrum woonachtig was. Deze medische informatie was tijdens het passeren niet bekend bij de notaris, maar deze feiten moeten zodanig van invloed zijn geweest op de manier van doen van deze broer dat dit bij de notaris gerede twijfel aan diens wilsbekwaamheid had moeten wekken. Ook heeft het hof de broer gezien en gesproken op de eerste zitting, waarbij hij op eenvoudige vragen van het hof geen antwoord kon geven.
Niet is gebleken dat de notaris enig nader onderzoek heeft verricht op grond waarvan hij tot het oordeel kon komen dat de broer ten tijde van het passeren van de akte wilsbekwaam was. Over de wijze en inhoud van zijn beoordeling van de wils(on)bekwaamheid heeft de notaris niets vastgelegd in zijn dossier.
Naar het oordeel van het hof hoefde de notaris niet te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de andere broer die nog zelfstandig woonde.
De notaris heeft het concept van de akte niet naar de broer in het zorgcentrum gestuurd, omdat hij wist dat hij niet kon lezen.
De notaris had naar andere mogelijkheden moeten zoeken om hem tijdig – dus niet vlak voor het passeren van de akte – de inhoud van het concept van de akte mee te delen en deze nader toe te lichten.
De notaris heeft de belangen van de broer in het zorgcentrum ernstig veronachtzaamd en het vertrouwen in het notariaat ernstig schade toegebracht. Het hof weegt mee dat in 2015 een berisping aan de notaris is opgelegd.
Het Hof legt de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken op.
Hof Amsterdam 25 januari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:101
Opmerking
De notaris is bij uitstek de aangewezen persoon om kwetsbare mensen te beschermen, dat is een cruciaal onderdeel van onze toegevoegde waarde.