Logo KNB.nl
English

Notaris en maatschappij

Team Criminele Inlichtingen van de politie: 'Geheimhouding is de sleutel'

Het Team Criminele Inlichtingen (TCI) is een speciaal team van de politie dat heimelijk informatie verzamelt over ernstige misdrijven. Dat doet het met behulp van informanten. Ook notarissen kunnen terecht bij het TCI. Hun verhaal kan een grote bijdrage leveren aan de bestrijding van criminaliteit en fraude.

Tekst: Dorine van Kesteren | Beeld: Fons Moers Notariaat Magazine nummer 2022-07
Notaris en maatschappij NM7 750x500

'Notarissen hebben behoefte om vertrouwelijk te klankborden met de politie'

Criminelen die met zwart geld panden kopen, verkopen, verbouwen of verhuren: de vastgoedsector wordt geteisterd door ondermijning. ‘Deze vermenging van onder- en bovenwereld is echt iets van de laatste jaren. Criminelen investeren fors in vastgoed, via allerlei listige constructies. Notarissen weten dat ze daar alert op moeten zijn - en dat zijn ze ook. Bij het TCI van de politie kunnen zij afgeschermd hun verhaal kwijt. Zonder dat hun naam bekend wordt in het onderzoek’, zegt Wilfred Dirckx, extern accountmanager bij het TCI van de politie Oost-Brabant.
Het notariaat heeft volgens hem een spilfunctie in de samenleving én in de vastgoedketen. ‘Uit mijn gesprekken met de beroepsgroep blijkt dat notarissen een hoge maatschappelijke betrokkenheid hebben en dus ook een hoog moreel besef. Omdat ondermijnende criminaliteit in hun beroep relatief vaak voorbijkomt, merk ik dat de behoefte bestaat om vertrouwelijk te klankborden met de politie. Daarom is het belangrijk dat het TCI meer bekendheid krijgt.’

Gegarandeerd anoniem

Alle tien de regionale politie-eenheden en de landelijke eenheid in Nederland hebben een eigen TCI. Deze teams winnen heimelijk informatie in bij partijen die vanwege hun informatiepositie ernstige fysieke, sociale en/of maatschappelijke schade kunnen oplopen als bekend zou worden dat zij contact hebben gehad met de politie. Dirckx: ‘Onze gesprekspartners hebben kennis van zwaardere delicten, zoals moord, drugs- en wapenhandel, fraude en witwassen. Zij melden zich zelf bij ons, maar we gaan ook proactief op zoek. Bijvoorbeeld naar mensen in de kring om criminelen heen. Ook zij kunnen motieven hebben om hun verhaal met ons te delen.’
Als enige politie-eenheid heeft het TCI de wettelijke bevoegdheid om de identiteit van zijn gesprekspartners geheim te houden. Dit in tegenstelling tot een ‘gewone’ melding bij het politiebureau, waar rapportages of proces-verbalen een naam, adres en handtekening bevatten. ‘Voor de veiligheid van de informanten kent alleen het TCI hun naam; voor de politiecollega’s buiten het team blijven zij gegarandeerd anoniem. Dat is de sleutel: als gesprekspartners daar niet op kunnen vertrouwen, meldt niemand zich meer bij ons.’

Persoonlijk contact

Na het eerste telefonisch contact volgt er een fysieke afspraak om nader kennis te maken, met twee gespecialiseerde rechercheurs van het TCI. ‘Persoonlijk contact is essentieel. De afspraak vindt plaats op neutraal terrein.’ Informatie van het TCI heeft in het strafproces geen bewijskracht, maar kan wel bijdragen aan een verdenking, waarna een strafrechtelijk onderzoek kan worden gestart. De informatie hoeft dus niet altijd concreet te zijn. ‘Wij verifiëren en analyseren wat ons is verteld. Soms geven we de informatie vervolgens afgeschermd door aan de recherche, die de zaak gaat onderzoeken. Dit gebeurt via een geanonimiseerd proces-verbaal, waarin de essentie van de informatie is opgenomen en geen enkel kenmerk staat dat kan leiden naar de bron.’
Veel informatie wordt niet doorgegeven en blijft onder embargo. Bijvoorbeeld omdat de kring van personen die van dezelfde zaken op de hoogte is, te klein is. In dat geval kan de verdachte immers vermoeden wie er uit de school heeft geklapt. ‘Maar ook dan kan de informatie nuttig zijn, omdat onze misdaadanalisten verbanden kunnen leggen tussen gegevens die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Bovendien raken we op deze manier op de hoogte van trends en ontwikkelingen in de criminele wereld.’

Fiscale fraude

Ook de FIOD heeft een TCI. Dat is gespecialiseerd in het opsporen en bestrijden van ernstige financiële en fiscale fraude, zoals het witwassen van crimineel vermogen, corruptie, faillissementsfraude en btw-carrouselfraude. Het is denkbaar dat notarissen kennis hebben die past bij zowel het TCI van de politie als dat van de FIOD. ‘Dan bepalen we achter de schermen welk team de zaak oppakt of dat we dit gezamenlijk doen.’
Een melding bij het TCI is geen alternatief voor de melding in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. ‘Notarissen móeten ongebruikelijke transacties melden bij de Financial Intelligence Unit. Bij overlap - een notaris vermoedt bijvoorbeeld witwassen én drugscriminaliteit - kan hij bij beide loketten terecht.’ En hoe zit het met de geheimhoudingsplicht van notarissen? Die staat meldingen over criminaliteit bij het TCI niet in de weg, aldus Dirckx. ‘Wij gaan niet actief op zoek naar mensen met een beroepsgeheim - zij melden zich zelf bij ons. Notarissen bepalen ieder voor zich tot hoe ver hun geheimhoudingsplicht reikt. Bovendien valt niet alles wat een notaris ziet of hoort onder de notariële geheimhoudingsplicht.’
Notaris, pak de rol die van u als poortwachter wordt verwacht en voorkom dat de vastgoedsector een slechte naam krijgt, besluit hij. ‘Het verhaal van de notaris kan een grote bijdrage leveren aan de bestrijding van grootschalige en georganiseerde criminaliteit en fraude. Dat is een goede en belangrijke zaak.’

Reageren?

Mail dan naar nm@knb.nl