Logo KNB.nl
English

Column

Tone of voice belangrijker dan perfecte woordkeuze

Schaamte als krachtbron, daarover gaf ik laatst een lezing. Daarin vertelde ik het verhaal van Sam Bettens, een Vlaamse zanger die de song en videoclip 'You don’t need to hide your body' heeft gemaakt. Daarin zie je hoe hij een jas uittrekt en zijn ontblote bovenlijf toont. Voorheen schaamde hij zich daarvoor, maar nu is hij trots. Omdat er geen borsten meer aanzitten. Sam heette namelijk eerst Sarah en heeft zich, zo vertelde ik aan de zaal, laten ombouwen.

Tekst: Aukje Nauta | Beeld: Truus van Gog Notariaat Magazine nummer 2022-08
Aukje NM web 750x400

Hakkelend

Onmiddellijk stond er een vrouw op. ‘Je mag niet ombouwen zeggen. Dat heet een transitie.’ Wat ik daarop teruggezegd heb, weet ik niet meer precies. Wel dat ik me instant schaamde. Maar omdat ik propageer dat schaamte een krachtbron is, vertelde ik in een lezing een paar maanden daarna over precies dit incident. Dat ik dus beschaamd werd door de reactie van een vrouw in de zaal. En dat dat terecht was.
Weer stond iemand op. ‘Hoezo terecht? Wat is er mis met het woord "ombouwen"? Dat transgenders het "transitie" noemen, betekent toch niet dat jij fout zit zodra je "ombouwen" zegt? Het is toch geen scheldwoord?’ Weer reageerde ik hakkelend. Omdat ik het moeilijk vond om mezelf, of eigenlijk die vrouw uit een ander publiek, te verdedigen. Omdat ze allebei gelijk hebben.

Hard tegen hard

Precies dit is momenteel zo lastig aan alle debatten in de (sociale) media over lhbtiq+, maar ook over grensoverschrijdend gedrag en sociale veiligheid op de werkvloer. Overal gaat het hard tegen hard. In de kwestie ‘Matthijs’ zegt de een dat het geen pas geeft om een geluidsman die tijdens een televisieshow een verkeerd fragment startte, te dwingen om op zijn knieën ‘Sorry, meneer van Nieuwkerk’ te zeggen. Terwijl de ander beweert dat waar gehakt wordt nu eenmaal spaanders vallen, en dat je als medewerker maar moet leren incasseren als je een beetje ambitieus bent.

Beschavingsproces

Toch zit er iets moois aan de huidige discussies over hoe we met elkaar omgaan en hoe mensen van verschillende rangen, standen en (seksuele) geaardheid elkaar zien of juist niet zien. Want we hébben het tenminste over onderlinge omgangsvormen. Dat maakt dit tijdperk zo waanzinnig interessant. We accepteren het niet langer dat er één dominante groep is die de lakens uitdeelt, zeker niet als die zich als een bullebak gedraagt. We zitten midden in een beschavingsproces waarin we gaan inzien dat iedereen er mag zijn, welke kleur, positie of geaardheid je ook hebt.

Liever

Nu nog leren om in dit beschavingsproces te kiezen voor het gedrag dat daarbij hoort. In plaats van elkaar luid de maat te nemen, zou het helpen als het debat wat liever verloopt. Zoals beide deelnemers aan mijn lezingen uiteindelijk lieten zien. Beide keren raakte ik na afloop met hen in gesprek. In het eerste gesprek leerde ik dat transpersonen niet willen worden vergeleken met apparaten waaraan je sleutelt of huizen die je verbouwt, reden waarom de term ‘ombouwen’ zo lomp is. In het tweede gesprek leerde ik dat respect tonen ‘m niet per se hoeft te zitten in de perfecte woordkeuze, maar dat het gaat om de tone of voice.

Psychobeet

Die tone of voice, daarin mogen we ons allemaal gaan bijscholen. Feitelijk zijn we allemaal nog ‘psychobeet’. We hebben gemankeerde psychologische vaardigheden, waardoor we ons onvoldoende kunnen inleven in de ander. Maar de behoefte lijkt latent aanwezig. Dus laten we vooral oefenen. Bijvoorbeeld door, als je jezelf of anderen over de schreef ziet gaan, te vragen of je de band een stukje mag terugspoelen. Zodat je het even over kunt doen en ter plekke iets kunt leren. En we elke keer een beetje beter worden in gelijkwaardig met elkaar omgaan.

Reageren?

Mail dan naar nm@knb.nl