Casus
Klaagster is gescheiden en de voormalige echtelijke woning is verkocht. De nettoverkoopopbrengst van 246.672,88 euro staat op de derdenrekening van de notaris. De ex-man heeft conservatoir beslag gelegd op het deel van klaagster.
Een paar maanden later bepaalt de rechtbank onder andere dat de verkoopopbrengst moet worden uitgekeerd aan partijen, ieder voor de helft. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad. Vervolgens heeft klaagster executoriaal beslag gelegd op de derdengelden, voor een bedrag van 366.425,64 euro.
Een medewerker van het notariskantoor meldt de deurwaarder van klaagster dat de notaris het bedrag van 246.672,88 euro zal uitkeren aan de man en de vrouw, ieder voor de helft, zodra de beschikking van de rechtbank in kracht van gewijsde is gegaan. Twee dagen later bericht de notaris dat hij het bedrag eerder gaat overmaken.
De klacht
De notaris heeft niet gemeld dat er conservatoir beslag rustte op het aan klaagster toekomende deel van de verkoopopbrengst. Er is haar zelfs een dag na de levering van de woning meegedeeld dat de uitkering - zoals gebruikelijk - twee werkdagen in beslag zou nemen.
De notaris heeft terugbelverzoeken niet beantwoord, niet gereageerd op een door klaagster op de website achtergelaten bericht, de telefoon niet beantwoord en haar telefonisch langdurig in de wachtstand gelaten. Ook verwijt klaagster de notaris dat hij haar niet heeft verteld dat hij zou wachten met het uitbetalen van de verkoopopbrengst totdat de beschikking in kracht van gewijsde was gegaan.
Het verweer
De medewerker van het notariskantoor wist mogelijk niet van het beslag omdat het beslag nog niet in het CMS-systeem was gezet. Een paar dagen later is alsnog aan klaagster telefonisch meegedeeld dat er een beslag was.
Het uitblijven van de betaling aan klaagster is te wijten aan het feit dat de ex-man ook gelden tegoed had van klaagster, dat de advocaat van de ex-man had gesommeerd geen geld aan klaagster uit te keren en dat er sprake was van een onduidelijke situatie vanwege het door de ex-man gelegde conservatoire en het door klaagster gelegde executoriale beslag. De notaris wilde afwachten tot er meer duidelijkheid was.
'Deels gegrond met oplegging van een maatregel'
Het oordeel
Een derdenbeslag wordt niet enkel aan die derde betekend, maar moet ook - op de voet van artikel 720 juncto 475i Rv - aan de schuldenaar worden overbetekend. Er bestaat dan ook geen plicht voor de derde-notaris tot spontane mededeling van een derdenbeslag aan de klaagster. Als de notaris wordt gevraagd naar beslagen, moet de notaris daar wel open over zijn. Bij vragen op de dag ná betekening moet daarop adequaat antwoord kunnen worden gegeven, ongeacht het gebruikte systeem. Dit klachtonderdeel is gegrond.
Duidelijk is dat er geen telefonisch contact is geweest, maar er kan niet worden vastgesteld wie dat kan worden verweten. Vanwege de aanwezige derdengelden en het conservatoir beslag had de notaris een inspanningsverplichting om het contact tot stand te brengen. Het gebrek aan communicatie is dusdanig dat dit klachtonderdeel gegrond is.
Door de verschillende beslagen ontstond voor de notaris een dilemma. Klaagster heeft bijgedragen aan deze onduidelijkheid door executoriaal beslag te leggen op een bedrag waarvan al expliciet was bepaald hoe het moest worden uitbetaald. Het was niet alleen de vaststelling van een vordering, maar ook een opdracht tot de feitelijke afhandeling daarvan.
Ondanks dit heeft notaris de plicht om klaagster tijdig, volledig en juist te informeren over de reden van het (aanvankelijke) uitblijven van de uitbetaling. Dat is niet gebeurd. Het uitblijven van de uitbetaling kan niet gelegen hebben in het in kracht van gewijsde gaan van de beschikking; de beschikking was immers voor wat betreft de betalingen uitvoerbaar bij voorraad. In lijn met het vorige, gegronde klachtonderdeel geldt ook hier dat de notaris actiever daarover had moeten communiceren met klaagster. Dit gebrek aan communicatie getuigt van een gebrek aan inhoudelijke regie.
De kamer is van oordeel dat de notaris in dit specifieke geval de gelden uiteindelijk voldoende voortvarend heeft uitbetaald. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.
De kamer legt de maatregel schorsing voor drie weken op.
Kamer voor het notariaat Den Haag 12 oktober 2022, ECLI:NL:TNORDHA:2022:20