Elke tien seconden, met steeds twee seconden tussenpauze, werpt de vuurtoren van Texel zijn lichtbundels over zee. Een baken dat zijn bestaan te danken heeft aan notaris Johan Kikkert.
Kikkert was als geboren Texelaar liever naar zee gegaan, maar moest in 1825 op het notariskantoor van zijn pa gaan werken toen zijn oudere broer overleed. Zijn zucht naar avontuur bevredigde hij evengoed door deel te nemen aan de Tiendaagse Veldtocht tegen België in 1831.
Consul van Sardinië
Kikkert werd in 1836 benoemd als notaris op Texel. Hij was ook wethouder, lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, griffier van het kantongerecht, viceconsul van België en consul van Sardinië. Bovendien was hij betrokken bij de oprichting van de voorloper van de Texelse veerverbinding Teso. Daarbij verwekte hij bij twee echtgenotes in totaal veertien kinderen. Hij vond ook nog tijd voor het schrijven van de invloedrijke brochure ‘Kust in gevaar’, waarin hij zich beijverde voor een veiliger scheepvaart door inpoldering van de gevaarlijke Eierlandse Gronden. Door zijn inspanningen werd bij De Cocksdorp de Texelse vuurtoren gebouwd, waarvoor Kikkert op 1 november 1864 het eerste licht ontstak. Een gedenksteen in de vuurtoren herinnert daaraan.
Jutten
De inpoldering en de bouw van de vuurtoren maakten een einde aan de talloze scheepsrampen die zich tot dan toe bij Texel hadden voltrokken. Tot ongenoegen van veel Texelaars, die daar met jutten juist goed aan verdienden. Misschien daarom raakte hij al snel uit de gratie. Na al dan niet terechte beschuldigingen over malversaties vertrok hij naar Engeland. In 1867 werd hij oneervol ontslagen als notaris. De laatste jaren van zijn leven woonde hij in Maarssen, waar hij ook werd begraven.
De hoofdstraat van De Cocksdorp is vernoemd naar notaris Kikkert. Over zijn veelbewogen leven schreef zijn verre nazaat J.G. Kikkert een boekje, ‘Het licht van Texel’.