'De vastgoedafdeling van mijn kantoor bestaat uit drie werknemers die omkomen in het werk. Daarom staat er al enige tijd een vacature open, maar het is nog niet gelukt om die in te vullen. Op een dag dient een van de medewerkers een verzoek in om 9 weken achter elkaar ouderschapsverlof op te nemen. Zij werkt 24 uur per week. Ik maak me zorgen dat de krappe bezetting van de afdeling in combinatie met de hoge werkdruk risico’s met zich meebrengt. Wat doe ik?'
- Ik keur het verzoek goed en vraag medewerkers van andere afdelingen om bij te springen op de vastgoedafdeling.
- Ik keur het verzoek af. De continuïteit van de dienstverlening komt anders in gevaar.
- Ik zeg dat ik akkoord kan gaan met vijf weken ouderschapsverlof (in plaats van negen).
- Anders, namelijk…
Antwoorden
Welke keuzes maakten de leden van de KNB in de DilemmApp? De meerderheid (58 procent) kiest ervoor om het verzoek van de medewerker goed te keuren en een beroep te doen op de medewerkers van andere afdelingen. Een kleine 6 procent van de respondenten keurt het verzoek af.
De wet bepaalt dat een werknemer ouderschapsverlof kan opnemen in elke gewenste periode en op elke gewenste wijze (qua spreiding van verlofuren), tenzij er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. In dat geval kan de werkgever, na overleg met de werknemer, de gewenste opnamewijze van het verlof wijzigen en in uitzonderlijke gevallen ook weigeren. Van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen is alleen sprake als het verlof de gang van zaken in de onderneming ernstig zou ontwrichten. Wanneer dat zo is, ligt vanzelfsprekend aan de omstandigheden van het geval.
Begin dit jaar oordeelde de rechtbank Rotterdam in een vergelijkbare zaak dat er geen zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen waren, ondanks dat de werkdruk voor de andere medewerkers zou toenemen en het lastig was voor de notaris om een tijdelijke ervaren medewerker te vinden (Rb. Rotterdam 16 februari 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:1355).
De rechter woog mee dat een periode van negen weken relatief kort is en dat de medewerker parttime werkt. Mogelijk zou de rechter anders hebben geoordeeld als het notariskantoor had kunnen onderbouwen dat de extra werkdruk ten koste zou gaan van de klanttevredenheid of de omzet.
Middenweg
17 procent van de respondenten kiest voor de gulden middenweg en gaat akkoord met vijf weken ouderschapsverlof. Maar let op: als er geen zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zijn die deze verkorting rechtvaardigen, moet u vasthouden aan de periode van negen weken. Toch is het in zulke gevallen altijd goed om open het gesprek met elkaar aan te gaan. Zowel met de medewerker in kwestie als met de medewerkers die het werk opvangen. Doorgaans ontstaan er meer draagvlak en gevoelens van saamhorigheid als u uw medewerkers betrekt bij de beslissingen die u als werkgever moet nemen.
Wilt u ook bewuster stilstaan bij welke keuze u maakt bij tegenstrijdige belangen? Download dan de DilemmApp en ga naar NotarisNet voor de inloggegevens.