Logo KNB.nl
English

Bedrijfsopvolgingsregeling vanaf 2024 in etappes aangepast

De BOR: wat staat ons te wachten?

De bedrijfsopvolgingsregeling wordt met ingang van 2024 in etappes aangepast. Notarissen zijn blij dat er eindelijk duidelijkheid is. Ook twee familiebedrijven geven hun visie op de wijzigingen. ‘De nieuwe regels erkennen dat een bedrijf voortdurend in beweging is.’

Tekst: Wilma van Hoeflaken | Beeld: De Beeldredacteur Notariaat Magazine nummer 2024-01
BOR Carolien Pouwels 750x500

‘Er zijn ondernemingen die onterecht buiten de boot vallen’

Het was spannend wat er zou gebeuren met de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Deze regeling – kort door de bocht een belastingvrijstelling bij het schenken en erven van ondernemingsvermogen om te voorkomen dat de continuïteit van een familiebedrijf in gevaar komt – lag onder vuur. Het kabinet wilde de BOR eenvoudiger en eerlijker maken en oneigenlijk gebruik tegengaan. Het Centraal Planbureau (CPB) beoordeelde de regeling als niet-doelmatig, omdat er in de praktijk meestal voldoende geld is om schenk- en erfbelasting te betalen.

“De discussie over de BOR veroorzaakte onrust”, zegt Bart Onclin, kandidaat-notaris bij Actus Notarissen en bestuurslid van de Vereniging van Ondernemingsrechtspecialisten in het Notariaat (VON). “Het onderwerp leefde bij veel familiebedrijven. Ik heb een paar keer meegemaakt dat families transacties naar voren haalden, om van de gunstige tarieven gebruik te maken.” Petra de Jong, notaris bij Helder Notarissen en bestuurslid van de Vereniging van Estate Planners in het Notariaat (EPN), herkent dit. “We wisten niet of de BOR zou doorgaan en zo ja, in welke vorm. Dat heeft ertoe geleid dat sommige bedrijfsoverdrachten eerder plaatsvonden.”

Woonhuis verkopen

Uiteindelijk werd de soep niet zo heet gegeten. De BOR blijft bestaan, zij het met aanpassingen. Hetzelfde geldt voor de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting: het doorschuiven van de belastingclaim op stakingswinst. “Terecht”, vindt Albert Jan Thomassen, directeur van FBNed, de belangenorganisatie van familiebedrijven. “Het CPB kan wel stellen dat de vrijstelling niet nodig is omdat er voldoende vermogen is, maar over welk vermogen heb je het dan? Daar hebben wij kritiek op geleverd. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een ondernemer zijn woonhuis moet verkopen? Ook hebben veel ondernemers in privé pensioen opgebouwd, net zoals werknemers dat doen bij een pensioenfonds of verzekeraar. Je wilt toch niet dat dat geld gebruikt moet worden om de belastingaanslag te betalen?” Thomassen stelt: “Kenmerkend voor familiebedrijven is dat ze in slechte tijden minder snel in de problemen komen, omdat ze buffers hebben. Die buffers zorgen ervoor dat ze niet zo snel maatregelen hoeven nemen die tot maatschappelijke schade leiden.”

Vastgoed

De eerste verandering in de BOR is op 1 januari 2024 ingegaan. Voortaan valt vastgoed dat verhuurd is aan derden, buiten de BOR. “Voor beleggingsvastgoed zou dit een logische keuze zijn, maar ook ondernemingsvastgoed wordt er rigoureus buiten gehouden”, zegt Thomassen. “Voor ons is dit een pijnpunt. We zijn hier totaal niet tevreden over.” Onclin vertelt dat over vastgoed bij de rechter al menige procedure is gevoerd. “Als de dochter van de slager het familiebedrijf overneemt, is het vanzelfsprekend dat de slagerswinkel deel is van het bedrijf. Maar hoe zit het met de andere pandjes die de slager in de stad heeft?”

Thomassen vindt dat de nieuwe regel vastgoedbedrijven tekortdoet als verhuren en onderhouden van woningen hun kernactiviteit is. “Dat heeft voor de overdracht van deze bedrijven desastreuze gevolgen”, voorspelt hij. “Want als de BOR niet meer geldt, is er ook geen betalingsregeling meer. Dan moet de volgende generatie het hele bedrag aan belastingen ineens aftikken en komt de continuïteit van de onderneming in gevaar.” De Jong ziet dat probleem ook. “De nieuwe regel geeft eindelijk duidelijkheid, maar er zijn ook ondernemingen die onterecht buiten de boot vallen.”   

Vrijstelling

De tweede verandering gaat in 2025 in. Het bedrag van de vrijstelling wordt dan verhoogd van 1,2 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro. De vrijstelling voor het overige deel van de bedrijfswaarde daalt van 83 naar 75 procent. Als het aan het kabinet ligt, was dat 70 procent geworden. De Tweede Kamer heeft dat met een amendement terug weten te brengen naar 75 procent. Thomassen: “Daar zijn we blij mee. Maar vergeleken met andere Europese landen hebben wij een slechte regeling. Terwijl Nederlandse familiebedrijven wel moeten concurreren met familiebedrijven elders in Europa.”

Ook wordt in 2025 voor de doorschuifregeling de dienstbetrekkingseis afgeschaft; de opvolger hoeft niet meer op de loonlijst te staan. “Dit is een aanpassing aan de dagelijkse praktijk”, zegt Thomassen. “Als families zelf niet de beste directeur in huis hebben, halen ze mensen van buiten.”

Baby- en rollator-BOR

In 2025 geldt zowel voor de BOR als de doorschuifregeling de voorwaarde dat het kind dat de aandelen als schenking ontvangt, minstens 21 jaar moet zijn. Thomassen: “Daarmee komt een einde aan de baby-BOR.” Ook wil het kabinet maatregelen nemen tegen oneigenlijk gebruik van de BOR, zoals de rollator-BOR: de ouders kopen vlak voor hun overlijden nog even een bedrijf voor de kinderen om belasting te ontwijken. “Ook de dubbel-BOR wil men aanpakken”, zegt De Jong. Ze legt uit hoe dat werkt. “Stel dat iemand 2 miljoen euro heeft, 1 miljoen op de bank en 1 miljoen als onderneming. Met behulp van de BOR schenkt hij de onderneming aan de kinderen. Vijf jaar later koopt hij de onderneming terug voor 1 miljoen. Dan is het geld bij de kinderen. En vervolgens schenkt hij de onderneming opnieuw aan de kinderen, wederom met de BOR.”

De maatregelen die de rollator-BOR en de dubbel-BOR onmogelijk maken, zijn nog niet uitgewerkt. Deze maatregelen gaan naar verwachting in 2026 in. Verder wordt vanaf 2026 de voortzettingseis versoepeld. Die eis houdt in dat een bedrijf vijf jaar op dezelfde manier voortgezet moet worden. De Jong vertelt dat dit voor haar cliënten soms een overweging is om juist géén gebruik te maken van de BOR. “Ook bij de versoepeling van de voortzettingseis staat de continuïteit centraal”, zegt Thomassen. “Om te kunnen voortbestaan moet je soms aanpassingen doen.”

De veranderingen op een rij

2024
Aan derden verhuurd vastgoed wordt aangemerkt als beleggingsvermogen.

2025
De vrijstelling in de BOR stijgt van 1,2 naar 1,5 miljoen euro.

De vrijstelling voor het overige deel van de bedrijfswaarde daalt van 83 naar 75 procent.

De dienstbetrekkingseis in de doorschuifregeling (DSR) geldt niet meer.

Voor de BOR en de DSR geldt dat kinderen die aandelen ontvangen minimaal 21 jaar moeten zijn.

De toepassing van de BOR en DSR wordt beperkt bij gemengde bedrijfsmiddelen.

De 5 procent-doelmatigheidsmarge in de BOR wordt afgeschaft. Dit gebeurt ook voor de DSR, maar later.

2026
Het kabinet wil de bezits- en voortzettingseis versoepelen en neemt maatregelen om oneigenlijk gebruik van de BOR tegen te gaan. Deze aanpassingen worden uitgewerkt in het Belastingplan 2025.

BOR Klaas Jan Swager 750x250

‘Mijn broer en ik zijn hier opgegroeid’

Klaas Jan Swager (42) geeft samen met zijn broer Gert en Ferdi Joosse – de derde directeur – leiding aan Foreco, een bedrijf dat houtproducten maakt, onder andere voor de grond-, weg- en waterbouw en de bouw. Er werken zo’n 120 mensen. “Mijn vader kocht Foreco in 1983. Daarvoor was het bedrijf van de Heidemij, waar hij bedrijfsleider was. Samen met twee anderen deed hij een management buy-out. Toen de andere vennoten met pensioen gingen, boden ze hun aandelen aan mijn vader aan en ging hij alleen door. Later kwamen mijn broer en ik erbij. Sinds 2016 zijn wij samen eigenaar.” 

“Mijn broer en ik zijn hier opgegroeid. Het terrein vegen, etiketjes plakken. Mijn broer is hier altijd blijven werken. Zelf werkte ik in de Tweede Kamer bij de VVD. Een jaar of tien geleden kwam ik erachter dat politiek toch niet mijn ding was. Mijn broer vond het fijn dat ik terugkwam en mijn vader vond het ook mooi. Mijn vader is in 2022 overleden. Best onverwacht. Hij was ziek, maar het ging juist beter. Ik ben blij dat we nog een tijd met zoveel plezier hebben samengewerkt. Mijn moeder kwam ook geregeld kijken. Dat doet ze nog steeds.”

Vroeg begonnen

“Mijn vader is al vroeg begonnen met de bedrijfsoverdracht. Samen met de notaris en de accountant heeft hij dat in gang gezet. Hij wist dat je daar veel tijd voor moet uittrekken, want je bent jaren bezig met de definitieve afhandeling. De BOR is een mooie regeling, maar wel complex. Ik was nog even bang dat we het lastig zouden krijgen door corona. Je hebt een verplichte voortzettingsperiode van vijf jaar. Stel dat je in die tijd geld nodig hebt en iets wilt verkopen. Maar mijn angst was ongegrond. In onze bedrijfstak is het alleen maar beter gegaan.”


‘Ik zie de talenten van mijn overgrootvader in elke generatie’

Karolien Pouwels-Koopman (52) behoort tot de vierde generatie van Koopman, een grote logistieke dienstverlener. Koopman is een familiebedrijf met 100 jaar ervaring. Met meer dan 1.000 medewerkers bieden ze klanten complete logistieke oplossingen aan op het gebied van automotive en cargo logistics in Noordwest-Europa.

“Mijn overgrootvader, Siebe Koopman, begon het bedrijf in 1923 als hoefsmid. Sindsdien is het uitgegroeid tot de logistieke onderneming die we nu zijn. Het bedrijf is altijd van generatie op generatie overgedragen en nu is het onze beurt. Ik voel een sterke band met mijn overgrootvader. Zijn talenten en kwaliteiten zie ik in elke generatie. Ondernemerschap, commercieel denken, maar ook de interesse in techniek en innovatie. Het zit in onze genen.”

Zeven aandeelhouders

“Wij zijn nu met zeven aandeelhouders. Binnen of buiten het bedrijf hebben we allemaal een rol die past bij onze talenten en ambities. Zelf heb ik geen operationele rol, maar ik maak deel uit van het STAK-bestuur (stichting administratiekantoor), dat de aandelen beheert van Koopman. Twee broers van mij zitten in de directie. Een familiebedrijf is speciaal. Niet alleen deel je kerst samen, maar ook een bedrijf. Dat is plezierig, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. “

“Ik was min of meer de kartrekker bij de overdracht van aandelen naar de nieuwe generatie in 2020.  In de aanpassingen van de BOR zie ik een aantal verbeteringen. Kinderen hoeven straks niet meer drie jaar op de loonlijst te staan om aandelen te kunnen krijgen. Je kunt ook een goede eigenaar zijn zonder actief in het bedrijf te werken. Bovendien erkennen de nieuwe regels dat een bedrijf voortdurend in beweging is. Tijdens de overdracht hebben we veel gehad aan onze notaris, die ons stap voor stap door het proces heeft geleid.”