'Een verklaring van een notaris had de erfgenamen kunnen helpen'
Veel mensen hebben een en/of-rekening, maar lang niet iedereen weet dat het geld niet automatisch van de rekeninghouders samen is. Zo’n rekening is vooral handig voor de bank. Die hoeft zich namelijk niet te verdiepen in de vraag aan wie het saldo op die rekening toekomt. De bank mag dit zonder onderzoek aan allebei de rekeninghouders uitkeren.
In de zaak die diende bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid), zijn de klagers de enige erfgenamen van hun vader. Vader was voor de tweede keer gehuwd. Hij had samen met zijn echtgenote, de stiefmoeder van de erfgenamen, een en/of-betaal- en spaarrekening. Vader is in 2007 overleden. De erfgenamen sturen een verklaring van erfrecht naar de bank waaruit blijkt dat zij de enige erfgenamen zijn. De bank bevestigt de ontvangst van de verklaring van erfrecht en blokkeert de gezamenlijke bankrekeningen. De bank laat weten dat de rekeningen op naam van de erfgenamen en stiefmoeder zijn gezet en dat zij samen tekeningsbevoegd zijn. Tot zover gaat alles volgens het boekje.
Leeghalen
Maar dan gaat er iets mis. Op enig moment is de bankrekening op naam gezet van alleen stiefmoeder. Op 14 december 2019 vragen de erfgenamen dat te herstellen. Zij geven daarbij aan dat stiefmoeder geen toestemming had om geld van de bankrekeningen af te halen. Twee dagen later laat de bank weten dat de rekening weer terug op naam van stiefmoeder en de erfgenamen samen kan worden gezet. De erfgenamen antwoorden direct dat zij bang zijn dat stiefmoeder de rekeningen zal leeghalen. Zij vragen de bank dit te voorkomen en of een tweehandtekeningenautorisatie mogelijk is voor elke transactie. De bank bevestigt dat de erfgenamen gezamenlijk bevoegd zijn met hun stiefmoeder, en dat de handtekeningen van beide rekeninghouders nodig zijn voor een wijziging. De bank biedt aan het saldo op de spaarrekening te blokkeren, zodat voor overboekingen vanuit de spaarrekening toestemming van de erfgenamen nodig is.
Fout
In 2021 overlijdt stiefmoeder. De erfgenamen vragen de bank naar aanleiding van haar overlijden nogmaals rekening te houden met de tweehandtekeningenautorisatie. Dat mag kennelijk niet baten. Op 23 juni 2022 heeft een erfgenaam van stiefmoeder een bedrag van 45.991,16 euro via de spaarrekening overgemaakt naar de betaalrekening en op 30 juni 2022 is een bedrag van 45.970 euro van de betaalrekening overgeboekt naar een bankrekening bij een andere bank.
De erfgenamen dienen dan een klacht in tegen de bank. Volgens hen hebben de erfgenamen van stiefmoeder door een fout van de bank 45.970 euro kunnen opnemen van de bankrekening, terwijl zij daartoe niet bevoegd waren. De bank erkent deze fout. De erfgenamen stellen dat zij recht hebben op de helft van het opgenomen bedrag, ofwel 22.985 euro. Zij willen dat de bank dit bedrag aan hen betaalt of de oude situatie terugbrengt door de bankrekening met het opgenomen bedrag te crediteren.
Geen schade
De geschillencommissie van het Kifid vindt echter dat de bank de erfgenamen niet hoeft te betalen. Volgens de commissie staat vast dat de erfgenamen van stiefmoeder het bedrag van 45.970 euro onbevoegd hebben opgenomen. Maar het staat niet vast dat de erfgenamen schade hebben geleden door de fout van de bank. De commissie kan niet bepalen of – en zo ja, tot welk gedeelte – zij een aanspraak hadden ten aanzien van het opgenomen bedrag, alleen al omdat de bankrekening voor het overlijden van vader op naam stond van de vader en stiefmoeder. Evenmin is duidelijk of de erfgenamen het onbevoegd opgenomen bedrag kunnen verhalen op de erven van hun stiefmoeder.
Anders dan de erfgenamen stellen, is het aan hen en niet aan de bank om te bewijzen dat zij schade lijden, nu de bank dit betwist. De berekening van de erfgenamen is daarvoor niet voldoende. Die berekening is slechts een indicatie en niet door de notaris ondertekend. De erfgenamen verklaren dat zij niet (meer) over andere relevante bewijsstukken beschikken waaruit een verdeling blijkt. Verder wijzen zij het voorstel van de bank af om een notaris te laten onderzoeken of de erfgenamen recht hadden op (een deel van) het saldo van 45.970 euro. De schadevordering van de erfgenamen wordt dus afgewezen (uitspraak Geschillencommissie Kifid nr. 2024-0168).
Tijdrovende klus
Uit deze uitspraak blijkt dat een verklaring van een notaris de erfgenamen had kunnen helpen. De notaris kan vaststellen of het huwelijksvermogensregime van de rekeninghouders meebrengt dat het saldo gemeenschappelijk is. Bij samenwoners kan hij onderzoeken of de rekeninghouders bijvoorbeeld in hun samenlevingscontract hebben afgesproken dat het saldo op de en/of-rekening gemeenschappelijk is. Ontbreekt zo’n afspraak? Dan kan de notaris aan de hand van het rekeningverloop proberen te achterhalen van wie het saldo op de rekening afkomstig is, en aan de hand daarvan bepalen hoeveel daarvan bij de nalatenschap hoort. Dat is wel een tijdrovende en dus prijzige klus. De vraag is ook of de stukken er nog zijn of – in verband met de bewaartermijn van zeven jaar – nog kunnen worden opgevraagd.
In dit geval was vader al in 2007 overleden. De erfgenamen hadden er goed aan gedaan toen al contact op te nemen met een notaris. Als toen zou zijn vastgelegd welk deel van het saldo bij de nalatenschap hoorde, hadden zij hun geld waarschijnlijk wel kunnen terugkrijgen. Nog beter zou het zijn als de rekeninghouders zelf een goede administratie hadden bijgehouden. Maar de ervaring met verrekenbedingen leert dat die kans niet erg groot is. Al met al is de gezamenlijke rekening een bespreekpunt voor mensen die naar de notaris gaan om afspraken voor hun (tweede) relatie vast te leggen.