Logo KNB.nl
English

Uit de tuchtkamer

'Af en toe denk ik: deze notaris verdient een pluim'

Bij een tuchtzaak zitten ook altijd beroepsgenoten aan de andere kant van de tafel. Hoe ervaren zij dit werk en wat adviseren zij notarissen? In deze serie komen notariële leden van de kamers voor het notariaat aan het woord. Ditmaal notaris Corrine Holdinga, sinds drieënhalf jaar lid van de kamer voor het notariaat in het ressort Amsterdam.

Tekst: Jolanda aan de Stegge | Beeld: Michel ter Wolbeek Notariaat Magazine nummer 2024-05
Tuchtkamer Corinne Holdinga

'Er bestaat echt zoiets als de beroepsklager'

“Tijdens een zitting denk ik geregeld: wat heeft deze notaris zijn werk goed gedaan, alleen al het geduld dat hij heeft opgebracht. Als je bijvoorbeeld ziet hoe complex een nalatenschap kan zijn en hoe de bewuste notaris heeft geopereerd, denk ik: dit had niet beter gekund. Helaas is de kamer geen forum dat complimenten uitdeelt, al liggen die weleens voor op mijn tong: deze notaris verdient een pluim. Het hoogst haalbare in zo’n geval is dat de klacht wordt afgewezen en dat kan voor beide partijen een onbevredigende uitkomst zijn.”

Voorzittersbeslissing

“Voor een klager geldt een lage drempel: die betaalt 50 euro griffierecht. Enerzijds is het goed dat die drempel niet te hoog is, anderzijds bestaat er ook zoiets als de beroepsklager. Wij zien ze in de kamer regelmatig. In zo’n geval kunnen wij níets klachtwaardigs vinden in de stukken die we voorafgaand aan de zitting ontvangen. De voorzitter kan zo’n casus afdoen met een voorzittersbeslissing, maar de klager kan daartegen verzet aantekenen. Vervolgens komt de zaak alsnog in de kamer. De klager wordt in het ongelijk gesteld, maar stapt daarna vaak ook nog naar het hof. Het leidt tot een jaren slepende kwestie, waarbij de notaris lijdend voorwerp is. Het zou goed zijn als de voorzitter van de kamer een zwaardere rol zou krijgen, al dan niet na een verduidelijkend gesprek
met de klager, en korte metten kan maken met dergelijke onzinklachten.”

Buitengewoon stressvol

“Veel klachten kunnen worden voorkomen door goede communicatie, assertiviteit, openstaan voor kritiek op je. ‘Af en toe denk ik: deze notaris verdient een pluim’ werk en toetsen of je wel voor een bepaalde cliënt wil blijven werken. Als notaris werk ik voornamelijk voor bedrijven en ondernemers. Een enkele keer tref ik iemand die ik niet tevreden kan stellen. Dan neem ik het initiatief en zeg: het lijkt mij beter als u een andere notaris zoekt. Vooral notarissen met een particuliere praktijk krijgen soms ronduit onbeschofte cliënten, die irreële dingen verwachten en de notaris voor van alles uitmaken. Ik denk dat dit een gevolg is van de verharding van de maatschappij. Dit werk heeft mij nog oplettender gemaakt. Op kantoor staat het onderwerp tuchtrecht standaard op de agenda. Bij een interessante zaak lezen we niet alleen Notamail, maar pakken de hele tuchtrechtuitspraak erbij. En als een van ons een vergelijkbare casus heeft, praten we daarover: pakken we het goed aan, overzien we  waarmee we bezig zijn? Want het is buitengewoon stressvol een klacht te krijgen. Van nabij heb ik gezien wat dat met iemand doet en hoelang je dat kan bezighouden, qua tijd en kosten.”