'Als ik bij een ander kantoor was begonnen, had ik er zo weer uit kunnen stappen'
Laten zien wat de KNB doet voor haar leden en voor het notariaat. De zichtbaarheid van de notaris én de beroepsorganisatie vergroten. Dat was de missie van Annerie Ploumen toen zij in januari 2021 de voorzittershamer in handen kreeg. De luiken aan het Haagse Spui – waar de KNB zetelt – mochten wagenwijd open. “Regelmatig kreeg ik te horen: ‘Daar in Den Haag doen ze maar wat’,” vertelt Ploumen in het Noordeinde, de vergaderruimte die haar domein is als ze op maandag en woensdag bij de KNB zit. “Dat beeld wilde ik bijstellen. Medewerkers zetten zich hier met hart en ziel in voor onze beroepsgroep.”
De eerste stap was dat leden weten waar de KNB voor staat, maar Ploumen wilde meer: ook de Nederlandse samenleving moest een beter beeld krijgen van de beroepsgroep die zij vertegenwoordigt. “Als de leden achter je staan, kun je ook die stap naar buiten zetten. Op dat punt had ik als Zuidas-notaris wel een handicap: ik zou niet weten wat er bij kleinere kantoren speelt. Door mijn ervaring als ring- en ledenraadsvoorzitter vond ik dat dat beeld niet klopte; toch wilde ik ervoor zorgen dat ik goed aangesloten bleef bij kleinere kantoren. Daarom heb ik vanaf het begin gesprekken geïnitieerd met leden uit het hele land om te horen wat er leeft en wat de leden willen. Daaraan heb ik veel gehad.”
Onder de rivieren
Barbara van Kampen, die haar per 1 oktober opvolgt, komt van zo’n klein kantoor; zij heeft haar eigen notariskantoor in Oss. En ook zij hoort vaak dat ‘ze in Den Haag niet weten wat er in de regio speelt’. Zij wil dan ook verder op de weg die door Ploumen al is ingeslagen: verbinding zoeken met de leden, Den Haag dichter bij hen brengen. “Die afstand wil ik kleiner maken, dat is mijn drive om deze functie op te pakken. Dat vraagt om tweerichtingsverkeer: bij de KNB wordt beleid gemaakt voor onze leden en het is van groot belang dat zij daar dan ook input voor leveren.”
Daarvoor heeft zij zelf, net als Ploumen, altijd het goede voorbeeld gegeven. Beide notarissen waren voorzitter van de ledenraad en hun eigen ringbestuur voordat ze opstoomden naar het KNB-voorzitterschap. Ook dachten ze mee in klankbordgroepen over de toekomstbestendigheid van het beroep en de modernisering van de Wet op het notarisambt.
En er zijn meer gelijkenissen. Ploumen en Van Kampen komen beiden van onder de grote rivieren en hadden, voordat zij begonnen aan de rechtenstudie, nooit de intentie om notaris te worden. De jonge Ploumen kende alleen de notaris uit haar geboortedorp Wittem. Die kwam op zondag vaak een borrel drinken bij het café waar zij werkte. “Een vrij afstandelijke, formele meneer: niet bepaald een goed voorbeeld”, lacht ze.
Van Kampen begon aan de rechtenstudie om advocaat te worden. Even overwoog ze een creatieve opleiding, in lijn met het beroep van haar moeder, die lerares handvaardigheid was. “Maar ik wilde helemaal geen lesgeven.” In haar studietijd werd ze lid van pleitgenootschap Rota Carolina. Daar kwam de Brabantse erachter dat ze het helemaal niet leuk vond om maar één kant van een zaak te verdedigen. Wat nu? “Bij het nagaan van mijn opties kwam ik uit op notarieel recht. Een onafhankelijke en onpartijdige rol, dat paste veel beter bij me.” Vanaf het moment dat ze stage liep bij een notariskantoor in Veghel, wist Van Kampen: hier zit ik op mijn plek. Ook twijfelde ze geen moment of het ondernemerschap iets voor haar is. “Ik wilde ook mijn eigen akten kunnen passeren.”
Vooroordelen
Ploumen wilde aanvankelijk veearts worden. “Met grote dieren: koeien, paarden … niet zo’n dierenarts waar ik nu met mijn hond naartoe ga.” Ze raakte geïnspireerd door de veearts die ze als meisje iedere zomer mocht meehelpen: een geweldige ervaring. Toen de vakken die ze nodig had om diergeneeskunde te studeren haar niet lagen, koos ze voor rechten.
Dat ze notaris is geworden, is zeker niet te danken aan de dorpsnotaris van Wittem, maar aan haar eerste baan op een groot kantoor in Amsterdam. “Daar werd duidelijk dat mijn vooroordelen over het notariaat niet klopten. De notarissen waren helemaal niet zo formeel, we werkten samen met advocaten en ik kon me vrij snel specialiseren in wat ik leuk vond. Ik was meteen al meer adviseur dan dat ik bezig was met het voorbereiden en passeren van akten.”
Die eerste jaren in het notariaat bevielen zo goed dat ook Ploumen al snel zeker wist dat ze notaris wilde worden. “Als ik bij een ander kantoor was begonnen, had ik er zo weer uit kunnen stappen. Nu zou ik niet meer anders willen, ik heb een notarieel hart.” Voor Van Kampen was de overstap naar het notariskantoor van haar voorganger Paul Oor in Oss bepalend voor haar verdere carrière. “Ik had mezelf altijd gezien in een maatschap, terwijl ik met deze stap duidelijk koos voor een eenmanszaak. Deze notaris zocht een opvolger en die kans had ik niet bij het kantoor waar ik op dat moment werkte. Ik dacht: het is nu of nooit.”
Toekomst veiligstellen
Die beslissende momenten hebben beide notarissen op zeer verschillende plekken gebracht: de een op een groot kantoor op de Zuidas en de ander op een eenmanskantoor in Oss. Wat zij delen is de liefde voor het vak en de drive om de toekomst van het notariaat veilig te stellen. Om dat laatste te bereiken is in Ploumens bestuursperiode het Futurepro(o)f-programma in het leven geroepen. Daaronder vallen allerlei initiatieven die het notariaat aantrekkelijk moeten houden voor nieuwe generaties, van vernieuwing van de beroepsopleiding tot nauwere samenwerking met de universiteiten en de studieverenigingen voor notarieel recht.
Van Kampen prijst de inzet van haar voorganger om de studie notarieel recht toegankelijker te maken voor zij-instromers. “Als je hbo rechten hebt gedaan, is het heel moeilijk om door te stromen naar notarieel recht aan de universiteit. Terwijl het een realiteit is dat veel jongeren stapelen; lang niet iedereen gaat in één rechte lijn van het vwo naar de universiteit. Goed dat de KNB dit wil veranderen, dat maakt het ook aantrekkelijker om voor het notariaat te kiezen.”
Ploumen is er blij mee dat de toekomstbestendigheid van de beroepsgroep onder haar voorzitterschap tot speerpunt is gemaakt. “We hebben zeker iets bereikt, maar we zijn er nog niet. Het is nog steeds moeilijk om goede mensen te vinden en te behouden en om opvolgers te vinden voor notarissen die stoppen. Daar hebben we oog voor en daar proberen we op alle fronten iets aan te doen.” Ook hier geldt: dat kan de KNB niet alleen. “We hebben de leden nodig, onder andere voor een goede begeleiding van nieuwe kandidaat-notarissen. Maar het is ook van belang dat notarissen op tijd over hun opvolging gaan nadenken.”
Serieus genomen
Ook over de betere zichtbaarheid is de scheidend voorzitter niet ontevreden. “De lijnen met de leden zijn kort. We zitten met al onze samenwerkingspartners om de tafel en onze wensen en behoeften worden daar serieus genomen. Ik ben er best trots op dat we zichtbaarder zijn geworden in Europa, aangezien daar veel van onze wet- en regelgeving vandaan komt. Dat wij nu de werkgroep voor de statutenwijziging van onze Europese koepelorganisatie CNUE voorzitten, betekent dat we ook daar echt worden gezien. Daar hebben we hard voor geknokt.”
Zonder haar medebestuursleden was dat niet gelukt, benadrukt Ploumen. “We hebben dit samen gedaan. Ik kon altijd op de anderen terugvallen. Als je er samen voor gaat, kun je alles aan.” Dat is ook wat ze haar opvolger wil meegeven: je staat er niet alleen voor; zorg ervoor dat je het leuk hebt met elkaar. Het advies is niet aan dovemansoren gericht: ondanks dat Van Kampen een eenmanskantoor bestiert, is zij gewend in teamverband te opereren. “Met mijn team heb ik iedere week een overleg waarin we samen plannen maken en knopen doorhakken. Iedereen heeft daarbij zijn eigen verantwoordelijkheid. En alle belangrijke beslissingen over het bedrijf neem ik samen met mijn man (die niet in het notariaat werkt, red.).”
In Oss zijn haar twee jonge kandidaat-notarissen er klaar voor om de boel draaiend te houden als Van Kampen in Den Haag zit. Ze heeft er nog geen nacht van wakker gelegen of dat wel goed gaat. “Daar heb ik alle vertrouwen in. Ik manage op hoofdlijnen en als er problemen zijn, spring ik bij.” Die aanpak wil ze doortrekken naar het KNB-bestuur.
Geen klonen
Moeten we het er tot slot nog over hebben dat er wederom een vrouw aan het roer komt te staan van de KNB, dat tot 1997 nog stond voor de Koninklijke Notariële Broederschap? Ploumen: “Vrouwen maken inmiddels het grootste deel uit van onze beroepsgroep. Ik zou het mooi vinden als meer van hen er ook voor kiezen om notaris te worden. Als ik daar maar een beetje aan heb bijgedragen, door te laten zien dat je als notaris een gezin en een sociaal leven kunt hebben én voorzitter van de KNB kunt zijn, is dat mooi meegenomen. Verder denk ik niet dat mijn vrouw-zijn een rol heeft gespeeld in mijn voorzitterschap.”
Ook Van Kampen maakt er geen punt van. Hooguit zou je verbinding, waar zij op in wil zetten, als ‘vrouwelijk’ thema kunnen bestempelen. Maar verder: “Ik vind diversiteit veel belangrijker, dat je in een team verschillende personen en karakters bij elkaar zet in plaats van allemaal klonen van jezelf. Dan kom je tot het beste resultaat.”
Annerie Ploumen
Geboren: 28 juli 1964 in Wittem
Burgerlijke staat: getrouwd, 2 zoons (25 en 21 jaar) en 1 pleegdochter (22 jaar)
Eerste baan: in de bediening bij een café-restaurant
KNB-lid sinds: 1988
Notaris sinds: 1996
Guilty pleasure: neemt haar hardloopschoenen overal mee naartoe
Barbara van Kampen
Geboren: 23 juli 1971 in Uden
Burgerlijke staat: samenwonend (met samenlevingscontract!), 16-jarige zoon
Eerste baan: als 15-jarige friet bakken in de snackbar
KNB-lid sinds: 1996
Notaris sinds: 2005
Guilty pleasure: een glaasje sambuca