'Betrek de gemeente bij jouw plan'
Het was een fors stuk grond, daar in Loerbeek, met meerdere vervallen opstallen waaronder enkele met monumentale waarde. Zoals de kaploze molen uit 1844, de aangrenzende maalderij met ingekinkelde ramen en een hoge silo. Weilanden omsloten het perceel. Drie jaar geleden werd de kavel gekocht door Helen Flören, haar man, haar zonen en hun partners. Het was één grote troep, verschrikkelijk om te zien, vertelt ze. “Opstallen in verschillende bouwstijlen, overal lagen sporen van jeugd die hier jarenlang rondhing.” Platgooien die handel, dacht ze aanvankelijk, al zag ze ook de schoonheid van sommige gebouwen en bood het terrein ruimte voor tal van wensen. Hier kon alles: wonen, werken en er was zelfs ruimte voor ateliers en het houden van paarden.
Massa maken
Woningnood is de achterliggende reden voor de gezamenlijke aankoop, want al geruime tijd zochten de jongste zoon en zijn vriendin een geschikte koopwoning in Nijmegen. Wat zij zich konden veroorloven was te klein of niet naar hun zin. “Als je massa maakt met anderen, kun je groter wonen. In dat geval doen wij misschien wel mee”, opperde Flören. Het stel reageerde enthousiast en toen de oudste zoon – Bo Kristiaan Janssen – en zijn vrouw zagen welke mogelijkheden het perceel bood, besloten ook zij te participeren.
Voordat de zes volwassenen besloten tot koop, vonden heel wat gesprekken plaats. Dat Janssen een gerenommeerde (poptempel)architect is en de nodige ontwerpen plus de bouwbegeleiding op zich kon nemen, vereenvoudigde de stap. Inmiddels is een motorhuisje verbouwd tot tiny house, de varkensstal werd deels atelier, deels woning en het gerestaureerde woonhuis wordt gebruikt als paardenstal annex huis.
Waaier aan mogelijkheden
Na de koop bleek het vervolgtraject vergeven met hobbels. Zo verzweeg hun eerste notaris dat hij geen idee had hoe hij dit samenleefproject juridisch moest vastleggen. Janssen: “Hij vertraagde het project en joeg ons nodeloos op kosten.” Het project kreeg pas vorm nadat de familie Wiebe Dijkstra benaderde, notaris bij Hekkelman en gespecialiseerd in gemeenschappelijke woonvormen. Elk gemeenschappelijk woonproject is anders: percelen, mensen, wensen, de financiën, zegt hij. “Daarom vraag ik mijn cliënten: hoe zien jullie dat samenleven voor je? Wat wil je privé en wat gemeenschappelijk geregeld hebben? Ik vind het belangrijk mijn klanten een waaier aan mogelijkheden te bieden en de voor- en nadelen daarvan te bespreken. Ook raad ik aan: betrek de gemeente bij jouw plan, want elke gemeente hanteert een ander beleid, ook als het gaat om het huishoudenbegrip: met hoeveel mensen mag je op die locatie wonen? Regel dit en laat die afspraken op schrift zetten.”
Flören: “Bij Dijkstra zaten we eindelijk tegenover iemand met verstand van zaken. Met hem zijn we verdergegaan en dat liep plezierig. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Uiteindelijk kozen we voor een andere structuur dan we aanvankelijk voor ogen hadden.”
Grondgeboden privékavel
Vanwege de complexiteit van het perceel was het voor Dijkstra en zijn collega puzzelen hoe de verschillende invullingen juridisch aan elkaar konden worden geknoopt. Janssen: “Als familie willen wij hier samenleven, maar ieder van ons wil zich ook kunnen afscheiden van de anderen. Daarom bouwen we verschillende woningen.”
De keuze viel op privékavels rondom een gemeenschappelijk binnenterrein. Elk stel beschikt over zijn eigen grondgebonden privékavel. Dijkstra: “Wil je iets vertimmeren aan de eigen woning, dan is daarvoor geen goedkeuring nodig van anderen. Die moet er wel zijn wanneer je iets in de gemeenschappelijke ruimte wilt wijzigen. Bij eventuele verkoop geldt een voorkeursrecht van koop voor de grondgebonden kavels.”
Daarnaast is elk stel voor een deel eigenaar van het binnenterrein. Dit deel van de grond is mandelig gemaakt, een bijzondere vorm van gemeenschappelijkheid. Iemands aandeel van de gemeenschappelijkheid behoort bij zijn hoofdperceel. Wil diegene dat hoofdperceel verkopen, dan gaat het bijbehorende gemeenschappelijke deel automatisch over op de nieuwe eigenaar.
Frictie voorkomen
In de gebruikersregeling staat wie over welk deel het gebruikersrecht heeft en er dus verantwoordelijk voor is, financieel en qua onderhoud. Zo is het land waar de paarden lopen voor iedereen, maar hebben Janssen en zijn vrouw er het gebruikersrecht over. Met z’n allen deelt de familie het gebruikersrecht over de zonnepanelen.
Later volgt de vraag hoe de derde generatie erin kan worden gevlochten. Op dit moment is het eigendom geregeld op het niveau van grootouders en kinderen en zijn er testamentaire regelingen vastgelegd over het eigendom. Flören: “Mijn man heeft twee kinderen uit een eerdere relatie. We willen voorkomen dat er tussen zijn en mijn kinderen frictie ontstaat over onze nalatenschap.”