Op sociale media vielen mensen elkaar keihard aan over woorden als 'pieperaanval' en 'transitiespijt'. Zelfs de Woord van het Jaar-verkiezing leidde dus tot polarisatie.
Rond de jaarwisseling verdiepte ik me in polarisatie, omdat ik voor een chique gezelschap een jaarrede mocht houden waarin ik terugblikte op het nieuws in 2024. De term 'polarisatie' leek het jaar goed samen te vatten. Mijn rede hield ik op 17 januari, drie dagen voor de inauguratie van 'king of polarisatie' Donald T. Ik wist toen nog niet welke stroom aan decreten hij de wereld in zou slingeren, noch van zijn bizarre plannen zoals Groenland kopen, Canada annexeren en de Gazastrook ombouwen tot een Rivièra-resort. Mijn rede was dan ook aan de optimistische kant: ik verwees naar cijfers van statistieksite 'Our World in Data', die aantonen dat de wereld op de lange termijn steeds vreedzamer wordt. Polarisatie leek me een fluctuerend fenomeen, vergelijkbaar met beurskoersen.
Paniek
Drie dagen later had ik dat niet meer durven beweren. Sterker, op het moment dat ik deze column schrijf, durf ik niet te voorspellen of de wereld zoals we die nu kennen nog bestaat op het moment dat u dit leest. Kortom: ik ben in paniek. En wat doet een wetenschapper in paniek? Precies, die zoekt kennis. Zo ontdekte ik de podcast 'Wetenschapper in Polarisatie' waarin filosoof Bart Brandsma uitlegt wat te doen in tijden van polarisatie. Hij richt zich op 'beroepsneutralen': mensen die vanwege hun beroep het hoofd koel houden en hun mening zo niet voor zich, dan toch in elk geval een beetje mild weten te houden.
'Beroepsneutralen', dat lijkt me een overeenkomst tussen u en mij, beste notarissen. Het klinkt alsof we ons nergens druk om moeten maken. Maar dat bedoelt Brandsma niet. Integendeel: op beroepsneutralen rust juist een grote verantwoordelijkheid. Zij behoren tot het midden, meestal een grotere groep dan de 'pushers', de radicalen die olie op het vuur gooien, liegen en bedriegen en soms zelfs tot geweld overgaan. Dat laatste gaat vooral lukken zodra het midden leegloopt. Zoals in Rwanda, waar Hutu's en Tutsi's in 1994 zodanig tegenover elkaar kwamen te staan dat in 100 dagen 800.000 mensen werden gedood.
Niet zwijgen
Het midden moet dus vol blijven. In essentie is het de meerderheid van de mensheid. Maar het mag geen stilzwijgende middengroep zijn. Juist deze mensen moeten zich uitspreken. Of beter nog: goed naar alles en iedereen blijven luisteren. Want socratische vraaggesprekken helpen mensen hun standpunten te heroverwegen en redelijkheid te (her)vinden.
Ik weet het, u en ik krijgen daarmee voorlopig de dictators nog niet de wereld uit. Toch geloof ik – misschien tegen beter weten in – dat depolarisatie begint bij jezelf en je omgeving. Als we de vaardigheid van luisteren, vragen stellen en meningen afwegen blijven oefenen, komt het goed. Althans, in onze directe omgeving. En ondertussen zal de tijd hebben geleerd of tussen het moment van schrijven en publiceren van deze column de wereld wel of niet zal zijn vergaan.