Logo KNB.nl
English

Onbekend tuchtrecht maakt onbemind

Als je in de cijfers duikt of onderzoek naar de beleving van de tuchtrechtspraak erop naslaat, kun je alleen maar concluderen dat de notaris helemaal niet zo bang voor het tuchtrecht hoeft te zijn. Dit schrijven Jos Tromp en Martine Goudkade, respectievelijk voorzitter en stafjurist van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van het gerechtshof Amsterdam.

Tekst: Jos Tromp en Martine Goudkade Notariaat Magazine nummer 2025-02
Tuchtrecht onbekend justitia 750x500

'Zo'n angstige benadering enthousiasmeert jonge mensen niet'

Intimiderend. Zo wordt het tuchtrecht ervaren, lezen wij in een artikel over het notariaat in Het Financieele Dagblad van 1 december 2023. Ook voormalig KNB-voorzitter Annerie Ploumen merkt hoeveel angst er leeft voor het tuchtrecht, schrijft zij in Notariaat Magazine 2/2024: 'Zelfs studenten zijn hier al van doordrongen, valt mij op tijdens gastcolleges op de universiteit.' Dit zijn maar een paar weergaven van een veelgehoord geluid in notariële kringen. Maar de vraag is of deze angst voor het tuchtrecht terecht is.
Het notariaat passeert jaarlijks meer dan 1,5 miljoen akten. Het afgelopen jaar passeerden zo'n 3.500 notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen er ruim 1,8 miljoen en in 2023 ruim 1,7 miljoen. Daarnaast verrichten zij allerlei andere werkzaamheden. Zo geven ze advies en verzorgen aangiften voor erf- en schenkbelasting. In het notarieel tuchtrecht zijn zij soms ook in een andere hoedanigheid aan te spreken, bijvoorbeeld als vereffenaar of bewindvoerder.

Uitermate klein

Het aantal klachten naar aanleiding van al die akten en andere werkzaamheden is uitermate klein. Bij de kamers voor het notariaat kwamen in 2024 in totaal 289 klachten binnen; in 2023 waren dat er 263. De kamers hebben in 2024 in 41 uitspraken (14 procent) en in 2023 in 46 uitspraken (18 procent) de klacht gegrond verklaard met oplegging van een maatregel aan de notaris. Daarnaast hebben zij vorig jaar 10 uitspraken (3 procent) en in 2023 7 uitspraken (3 procent) gedaan waarin de klacht gegrond is verklaard zonder oplegging van een maatregel.
Tegen kamerbeslissingen wordt in een beperkt aantal gevallen hoger beroep ingesteld bij de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van het gerechtshof Amsterdam (NGK); in 2024 52 keer en in 2023 55 keer. Interessant in dit verband zijn de resultaten van deze beroepen bij de NGK, te vinden op de website van het gerechtshof Amsterdam. De cijfers geven geen aanleiding om bang te zijn voor het tuchtrecht.

Wetenschappelijk onderzoek

Hoogleraren Kees van den Bos, Jan Biemans en Eddy Bauw hebben in 2019 onderzoek gedaan naar het oordeel van de notariële beroepsgroep over de notariële tuchtrechtspraak (Recht der Werkelijkheid 2019 (40) 1). Van de deelnemers hadden 224 respondenten een klacht 'aan hun broek gehad'; 298 respondenten waren nog nooit met de tuchtrechter in aanraking gekomen.
Het onderzoek laat zien dat de tuchtrechtprocedure een ruime voldoende krijgt, net als het vertrouwen in de notariële tuchtrechtspraak. Ook de uitkomsten van de procedure worden met een voldoende beoordeeld, waarbij de opgelegde maatregelen nog wel een punt van enige zorg vormen. Ten slotte krijgt ook de acceptatie van uitspraken een ruime voldoende. Opvallend is dat degenen die niet met de notariële tuchtrechter te maken hebben gehad over het geheel genomen negatiever oordelen over de tuchtrechtspraak dan degenen die deze ervaring wél hebben.
Ook uit dit empirische onderzoek onder de beroepsgroep volgt niet dat er grote angst heerst voor de tuchtrechter, laat staan dat het tuchtrecht als 'intimiderend' wordt ervaren. Later onderzoek dat tot een geheel andere conclusie komt, is ons onbekend.

Kwaliteit

Kortom: de vermeende angst voor het tuchtrecht wordt niet gedekt door cijfers of onderzoeksresultaten. Zo'n angstige benadering, die kennelijk ook naar studenten wordt uitgedragen, enthousiasmeert jonge mensen niet bepaald om kandidaat-notaris te worden. De beroepsgroep doet zichzelf hiermee tekort. Zij doet er goed aan het tuchtrecht te benaderen als een middel tot behoud en verdere verbetering van de kwaliteit van het voor de rechtszekerheid zo belangrijke notariële werk. Of, zoals de Hoge Raad het verwoordt in het Vie d'Or arrest (ECLI:NL:HR:2006:AW2080): 'Het tuchtrecht heeft in de eerste plaats tot doel, kort gezegd, in het algemeen belang een goede wijze van beroepsuitoefening te bevorderen.'
Terecht schrijft voormalig KNB-voorzitter Ploumen in voormelde bijdrage: 'Het zou een stap in de goede richting zijn als we tuchtrecht meer konden beschouwen als iets wat er nu eenmaal bij hoort, wat nodig is voor het waarborgen van de kwaliteit van de beroepsgroep.'  Onbekend tuchtrecht maakt ten onrechte onbemind!