Logo KNB.nl
English

Tuchtuitspraak

Notariële verklaring leidt tot FIOD-inval

Beeld: Rechtspraak.nl/Shutterstock Notariaat Magazine 2025-03
paleis van justitie smal

Casus

In 2015 ontving de notaris een opdracht van een belastingadviseur om een bedrijfsopvolging van vader op zoon te regelen. In de gepasseerde akten was een schuldigerkenning opgenomen, maar geen kwijtschelding van de koopsom. Begin 2017 verzond de notaris een conceptakte van schenking naar partijen. In deze akte was een toekomstige kwijtschelding van de koopsom geregeld, die afhankelijk was van goedkeuring door de Belastingdienst. Eind 2017 passeerde een andere notaris een akte van schenking waarin de kwijtschelding van een van de geldleningen was geregeld.
In 2019 tekende de notaris een verklaring op verzoek van de belastingadviseur. In deze verklaring stond dat de schuldigerkenning van de koopsom die verband hield met de levering van 144 aandelen, direct en onvoorwaardelijk was gevolgd door volledige kwijtschelding, waardoor 1,2 miljoen euro was geschonken. Deze verklaring is gebruikt in een rechtszaak tussen partijen en de Belastingdienst. De vraag was toen of de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) van toepassing was, waarbij van belang was dat de schuldig gebleven koopsom meteen is kwijtgescholden. De notaris is gehoord en hij bevestigde  zijn verklaring. Rechtbank en hof hebben in deze zaak bepaald dat deze verklaring niet geloofwaardig is. Het BFT heeft na een signaal van de Belastingdienst een onderzoek ingesteld bij de notaris.

De klacht

Het BFT verwijt de notaris dat hij zonder nader onderzoek en kritische vragen en volgens de instructies van de belastingadviseur een verklaring heeft afgegeven die in strijd was met de waarheid. Hierdoor heeft hij meegewerkt aan een situatie waarin derden werden misleid met de bedoeling om belastingvoordeel te krijgen. De notaris heeft zijn dienst niet geweigerd of opgeschort totdat hij de zaak voldoende had onderzocht.

Het verweer

De notaris erkent dat hij bij het opstellen en ondertekenen van de verklaring onvoldoende zorgvuldig is geweest. Vanwege zijn lange professionele relatie met en vertrouwen in de belastingadviseur heeft hij de door deze adviseur opgestelde verklaring niet voldoende gecontroleerd en/of nader onderzocht op juistheid en volledigheid. Hij had de tekst in die vorm niet mogen ondertekenen, maar heeft niet opzettelijk een verklaring afgelegd die niet juist was. Pas achteraf realiseerde de notaris zich dat hij explicieter had moeten vermelden dat de schenking nog niet was geformaliseerd, in afwachting van overleg met de Belastingdienst over de voorwaarden van de BOR.

justice

Uitspraak: gegrond met oplegging van een maatregel

Het oordeel

Het is onbegrijpelijk dat de notaris een verklaring van een derde heeft ondertekend — ook al was dit een professionele belastingadviseur — zonder voldoende onderzoek te doen of te overleggen met een collega. De notaris wist van de discussie met de Belastingdienst en had zich kritisch moeten afvragen waarom hij deze verklaring ondertekende en of dit binnen de grenzen van zijn rol en verantwoordelijkheid viel. Volgens de notaris gaf de verklaring de intentie van partijen weer, maar hij had zich als notaris/jurist moeten realiseren dat wat in de verklaring stond niet in overeenstemming was met de juridische werkelijkheid. Hij wist, althans hij had moeten weten, dat door het printen van de verklaring op vignetpapier, het gebruik van de ambtstempel en het voluit schrijven van de datum, de verklaring een formele uitstraling kreeg en zou worden gebruikt als notariële verklaring bij de Belastingdienst.
De impact van deze kwestie is voor de notaris groot geweest. Zijn kantoor is doorzocht door de FIOD en hij is als verdachte van valsheid in geschrifte aangemerkt en verhoord. Deze verdenking heeft niet alleen zijn professionele reputatie aangetast, maar ook een zware impact gehad op zijn gezin en kantoor. De notaris heeft inzicht in zijn fouten getoond, zijn kantoororganisatie anders ingericht en aangegeven nooit meer onnadenkend een handtekening onder een verklaring te zetten.

De kamer legt de maatregel schorsing op voor de duur van 26 weken.

Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden 23 januari 2025, ECLI:NL:TNORARL:2025:4