Logo KNB.nl
English

Ondernemer? Nee, dat wil ik niet worden

Veel kandidaten zien niet direct een toekomst als notaris voor zichzelf weggelegd. Wat weerhoudt hen van het notariële ondernemerschap en hoe wakker je dat vuur weer aan? Notariaat Magazine ontleedt dit urgente vraagstuk in vijf knelpunten, met bijbehorende oplossingen.

Tekst: Lula Ahrens | Beeld: VRHL Notariaat Magazine nummer 2025-04
Geen ondernemer 750x500

'Een helpende hand voor beginnende notarissen voorkomt nodeloos geploeter'

Knelpunt 1: Beroepsopleiding leidt te weinig op voor ondernemerschap

De nadruk bij de beroepsopleiding lag jarenlang sterk op de juridische inhoud. Vorig jaar is daar verandering in gekomen; deelnemers trainen nu ook de vaardigheden en competenties die ze nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen. Zo wordt meer aansluiting gezocht bij de praktijk. De voorbereiding op het ondernemerschap zou daarin een prominentere rol mogen krijgen, vindt Paul Kok. “Onbekend maakt onbemind”, vat de notaris bij LUUM Notarissen de consequentie voor het opvolgingsvraagstuk samen.

Oplossing: Bedrijfskunde in het curriculum
'Introduceer een masterclass ondernemen en vertel kandidaten daarin hoe leuk, creatief en lucratief het notariële ondernemerschap kan zijn', zegt Kok. 'Een organisatie leiden waarin je mensen ziet groeien, is geweldig.' KNB-auditor Madelon Backelandt vult aan: 'Als notaris kun je een fantastische boterham verdienen als je niet onnodig concurreert op prijs, zoals veel notarissen doen. Dus: hoe ziet een ondernemingsplan eruit? Wat houdt die persoonstoets precies in? Welke visie hebben clubs zoals Elan of Het Notarieel? Dáár moet de focus liggen.'

Knelpunt 2: (Relatief) belabberde arbeidsvoorwaarden

De arbeidsvoorwaarden van kandidaat-notarissen zijn gemiddeld genomen ondermaats, stellen de geïnterviewden. 'Het notariaat heeft daarom meer een uitstroom- dan een instroomprobleem. Zowel de titulatuur als het salaris zijn de eerste jaren bijvoorbeeld veel aantrekkelijker in de advocatuur', zegt Sebastiaan Roes, hoogleraar Notarieel Recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Een kandidaat-notaris mag tijdens de beroepsopleiding geen akten passeren of als openbaar ambtenaar optreden, terwijl een advocaat-stagiair vanaf dag één onder toezicht cliënten mag vertegenwoordigen en processtukken mag ondertekenen. 'Als advocaat-stagiair ben je feitelijk meteen advocaat, als kandidaat-notaris doe je pas na drie jaar volwaardig mee.'
Daarbij is de begeleiding op kantoor door chronisch tijdgebrek slecht geregeld en houden notarissen vaak angstvallig de kantoorboekhouding achter slot en grendel. 'Logisch dat je er dan niet voor warmloopt de boel over te nemen, want je hebt geen idee waar je instapt', zegt Backelandt. Tot slot willen kandidaten flexibel kunnen werken en ook dat is lastig in het notariaat.

Oplossing: Transparantie en gelijke kansen
Roes: 'Notariskantoren moeten zorgen voor een fijne werkomgeving met goede arbeidsvoorwaarden, zodat kandidaten niet weglopen. Trek de bevoegdheden van kandidaat-notarissen gelijk met die van advocaat-stagiairs en bied hun dezelfde marktconforme vergoeding.' Backelandt pleit voor de invoering van een fatsoenlijk minimumloon voor kandidaten. 'Dat kunnen notarissen zich prima veroorloven. Het is onnodig om met samengeknepen billen en de hand op de knip te wachten tot de volgende vastgoedcrisis, tenzij je kantoor alleen op vastgoed draait.'
Henri van Maaswaal, kandidaat-notaris bij notariskantoor Zondervan, oppert de mogelijkheid om de term 'kandidaat-notaris' te beperken tot de eerste zes jaar en dan te verruilen voor die van 'notaris', 'met bevoegdheid tot passeren van akten op het kantoorprotocol, ongeacht of de persoon in kwestie als ondernemer werkt of in loondienst.'

Wat de begeleiding betreft pleit Roes voor de 'institutionalisering van de notaris-patroon die de notaris-stagiair tijdens de beroepsopleiding intensief onder zijn hoede neemt, zoals in de advocatuur.' 'Dat kun je makkelijk regelen op een groter notariskantoor met minimaal drie notarissen. Maatschappen moeten sowieso de norm worden.'

Bij goede begeleiding hoort volgens de geïnterviewden vanzelfsprekend ook inzicht in de notariële boekhouding. Tot slot moeten notariskantoren flexibel werken faciliteren, aldus Kok. 'LUUM Notarissen hanteert flexibele start- en stoptijden en je mag ook lekker thuiswerken als je wil. Dat gaat niet alleen goed, het levert zelfs meer productiviteit op.'

Knelpunt 3: Het beeld van de zwoegende notaris

'Het beeld van de eeuwig ploeterende en mekkerende notaris-ondernemer met zijn zware verantwoordelijkheden schrikt kandidaten af', stelt Kok. 'Hun conclusie is: de groeten, daar ga ik niet aan beginnen.' Volgens Backelandt zien kandidaten vooral op tegen de 'combinatie van petten die je op hebt als notaris, werkgever, ondernemer en poortwachter.' Bijkomend probleem is dat ze de werkstress al volop voelen voordat ze goed en wel notaris zijn, aldus Roes. 'Er heerst veel meer prestatiedrang en perfectionisme dan vroeger.'

Oplossing: Beter management, minder stress
Om het ondernemerschap voor kandidaten aantrekkelijker te maken, moet het imago van de zwoegende notaris worden bijgesteld. Roes: 'Structureel overwerken hoeft helemaal niet. Veel mensen schrikken ervoor terug een eenmanszaak over te nemen, zeker als ze in deeltijd willen werken. Maar je kunt je ook aansluiten bij een maatschap. Dan ben je nog steeds ondernemer, maar niet in je eentje en dat geeft veel meer bewegingsruimte.'

Dat een gezonde werk-privébalans ook op eenmanskantoren mogelijk is, bewijst Kok. Hij is net terug van twee weken vakantie in Thailand. Kok behandelt geen dossiers meer, want hij ziet zichzelf in eerste plaats als ondernemer. Drie seniorjuristen leiden ieder zelfstandig een afdeling op zijn kantoor en een kandidaat-notaris ondersteunt hem bij zijn managementtaken. Het resultaat: een mooie werk-privébalans én een mooie omzet. 'Ben je echt een puur inhoudelijke jurist, dan kun je het hele reilen en zeilen van je onderneming natuurlijk ook uitbesteden. Dat kost geld, ja, maar het levert ook wat op.'
De KNB moet beginnende notarissen vanaf dag één professionele ondersteuning bieden, vindt Kok. 'Zo voorkom je direct veel nodeloos geploeter. Toen ik op mijn 32ste notaris werd, moest net als anderen in mijn eentje het wiel uitvinden. Het ondernemerschap is dan een hartstikke moeilijk gevecht met jezelf. Hoe richt je je kantoor goed in? Daar komt ook na de opleiding in de praktijk nog zóveel bij kijken.' Dat eerste jaar had hij graag een helpende hand gehad van de KNB. 'Dat gun ik iedereen, want anders blijven mensen tegen diezelfde muur aanrennen.'
Kandidaten kunnen ook zelf alvast een ontspannener houding aannemen, zegt Roes. 'In theorie kun je op je 28ste notaris zijn, maar je kunt ook in een rustig tempo studeren en een tijdje parttime werken. Als je op je 35ste of 40ste notaris wordt, ben je nog steeds jong.' Maak je niet zo druk, drukt de hoogleraar (toekomstig) kandidaten op het hart. 'Dan zit je niet in je jeugd al midden in die ratrace en wordt het ondernemerschap op het juiste moment vanzelf aantrekkelijker.'

Knelpunt 4: Een leven lang vast aan je protocol

Ook de notariële regelgeving stuit kandidaten tegen de borst. 'Kandidaat-notarissen dragen als grootste bezwaar tegen het ondernemerschap aan: als notaris kom ik nooit meer van mijn protocol af', zegt Van Maaswaal. Kok noemt de regels rondom het bestaande notarisprotocol 'bizar.' 'Ik zou graag buiten mijn standplaats een extra LUUM-kantoortje vestigen, met een toegevoegd notaris die 30 procent aandeelhouder is. Maar dat mag niet. Zoiets beperkt mij enorm in mijn ondernemerschap.'

Oplossing: Aanpassing van de Wna
Van Maaswaal ziet de oplossing in een herziening van de Wna. 'Ik geloof dat talloze kandidaten wél notaris willen worden als het huidige persoonsgebonden protocol in de eigen gemeente wordt losgelaten. Verken liever de mogelijkheden van een kantoor- of ondernemingsprotocol dat je relatief eenvoudig kunt splitsen en samenvoegen.'

Knelpunt 5: Angst voor de tuchtrechter

Veel kandidaten willen geen notaris worden uit angst voor het tuchtrecht. 'Het notariaat wordt sowieso enorm door angst geregeerd', zegt Backelandt. 'We beginnen onze dag bijvoorbeeld steevast met de Notamail waarin staat welke notaris nu weer door de tuchtrechter op de vingers is getikt en waarom. Dat doet iets met je mindset.' Roes ziet de vrees voor het tuchtrecht al ontstaan tijdens de universitaire studie. 'Als je daar en op de beroepsopleiding heel veel tuchtzaken behandelt, kan er een sfeertje ontstaan van: het is wel érg moeilijk allemaal. Daar moet je dus mee uitkijken.' Ook Notariaat Magazine jaagt (kandidaat-)notarissen volgens Kok onnodig angst aan. 'Stop met al die smakelijke tuchtrechtuitspraken. Je nagelt je eigen collega's aan de schandpaal en bovendien vertellen die uitspraken vaak niet het hele verhaal.'

Oplossing: Nuchter paniekmanagement
Als vaardigheidstrainer probeert Backelandt de zenuwen rondom het tuchtrecht weg te nemen. 'Iedereen maakt fouten, we're human. Het tuchtrecht hoort gewoon bij ons werk, we moeten daar zonder schaamte over praten. Daarbij worden cliënten steeds mondiger. De kans op een klacht neemt dus toe en als notaris ben je nu eenmaal een makkelijke boksbal. Maar let op: slechts een fractie van de tuchtklachten wordt gegrond verklaard.'
'Je moet wel héle rare sprongen maken, wil de tuchtrechter je het ambt uit schoppen', beaamt Kok. 'Ik heb nog nooit een onredelijke tuchtrechter meegemaakt, dus laten we niet zo panisch doen.' Voorkom liever problemen waar mogelijk, zegt de ondernemer. 'Zorg dat het bedrijfsmatig goed gaat. Dan zijn notarissen vanzelf veel minder geneigd domme dingen te gaan doen, zoals frauderen.' Roes: 'Onlangs werd iemand uit het ambt gezet omdat hij tien jaar niets deed aan een nalatenschap. Maar zoiets komt echt bij hoge uitzondering voor en door samenwerking voorkom je dit soort misstanden.'