Kabinet houdt vast aan voorstel aanpak ongelijke breukdelen­gemeenschappen

De voorgestelde aanpak van ongelijke breukdelen­gemeen­schappen blijft als het aan het kabinet ligt ongewijzigd. Dit blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Eugène Heijnen van Financiën op vragen van de Tweede Kamer.

Heijnen reageert op vragen over het pakket Belastingplan 2026 dat op Prinsjesdag is ingediend bij de Tweede Kamer. Het kabinet blijft het onwenselijk vinden dat echtgenoten door middel van een ongelijke breukdelengemeenschap onbeperkt vermogen kunnen doen overgaan zonder heffing van erf- of schenkbelasting, ongeacht de beweegredenen hiervoor. Het kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de legitieme portie uit te hollen. Dat neemt niet weg dat een bijkomend effect van de overeengekomen ongelijke breukdelen is dat hiermee erfbelasting kan worden bespaard. Om die reden acht het kabinet het wenselijk om ook in dergelijke gevallen erfbelasting te heffen. Dit sluit een belastingbesparend effect uit.

Tegenbewijs
Het kabinet gaat niet over tot introductie van een tegenbewijsregeling waarmee niet-fiscale motieven kunnen worden aangetoond. Ook wil het kabinet geen 180 dagenregeling. In beide gevallen zou heffing achterwege blijven. Deze passen niet bij het doel van de voorgestelde maatregel. Daarnaast zou een tegenbewijsregeling leiden tot discussies over het motief van het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden en in welke mate deze fiscaal gedreven zijn. Met een 180 dagenregel zou de maatregel minder effectief zijn. Het zou dan nog steeds mogelijk zijn om onbelast vermogen over te laten gaan, zolang de periode tussen het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden en de ontbinding van de gemeenschap meer dan 180 dagen is.

Overlijden
Het kabinet bevestigt dat de maatregel niet van toepassing is als degene die overlijdt, degene is met het grootste breukdeel. In de wettekst is niet expliciet bepaald door wiens overlijden de huwelijksgoederengemeenschap moet zijn ontbonden. Maar uit de systematiek van de maatregel en de toelichting daarop volgt dat de maatregel in geval van ontbinding of verrekening bij overlijden slechts werkt wanneer de echtgenoot met de kleinste gerechtigdheid tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap of te verrekenen som overlijdt.

Gelijkstelling
Heijnen reageert ook op vragen over de aanpassing van de 180 dagenfictiebepaling, de verlenging van de aangiftetermijn erfbelasting en de gelijkstelling van biologische kinderen. Het kabinet onderkent dat ook anderen dan kinderen, zoals bijvoorbeeld neven en nichten maar ook vrienden en buren, een hechtere relatie kunnen hebben dan biologische kinderen. Dat is echter conform de geldende wetgeving niet relevant voor de behandeling in de schenk- en erfbelasting.

Verder in het nieuws

Gezocht: ideeën die het notariaat vooruit helpen

Heeft u een concreet idee om het notariaat toegankelijker te maken of het beroep aantrekkelijker te maken? Dien dan een voorstel in bij de Stichting Connie Bletz en wie weet krijgt u financiële onders...

KNB in gesprek met ministerie over sociaal notariaat

De pilot met het sociaal notariaat kan volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid niet aansluiten bij de gesubsidieerde rechtsbijstand. De reden: de financiële uitdagingen waarvoor het nieuwe k...

Notarissen passeren in oktober 9 procent meer akten

Notarissen passeerden in oktober 9 procent meer akten dan in dezelfde maand vorig jaar. In totaal ging het om bijna 172.000 akten. Het aantal hypotheek- en overdrachtsakten blijft maar doorstijgen, te...

Vernieuwde brochure: een woning kopen

De publieksbrochure 'Een woning kopen' heeft een totaal nieuwe opzet en is volledig herschreven. In deze nieuwe brochure staat de informatiebehoefte van de (potentiële) koper voorop. Uiteraard is er o...