In het wetsvoorstel tot wijziging van de Omgevingswet (Aanvullingswet grondeigendom) wordt onder andere in het onteigeningsproces een nieuwe rol toegedicht aan de notaris. Niet het vonnis van de burgerlijke rechter, maar een notariële akte vormt straks het sluitstuk van de onteigening. Het wetsvoorstel mist nog belangrijke waarborgen voor de uitvoering en de verantwoordelijkheid van de notaris. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft hier in haar reactie (pdf) op de consultatie opmerkingen over gemaakt.
Het wetsvoorstel zorgt voor herstructurering van de regelgeving voor het grondbeleid met het daarbij behorende instrumentarium voor grondeigendom. Dit instrumentarium is nu nog geregeld in verschillende wettelijke regelingen: Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg), Onteigeningswet en Wet inrichting landelijk gebied (Wilg). Door het wetsvoorstel worden deze verschillende regelingen onder één wet, de Omgevingswet, gehangen. Tevens wordt er een nieuw instrument toegevoegd, te weten de stedelijke kavelruil.
Regels vereenvoudigen
Daarnaast moet het wetsvoorstel zorgen voor een verdere stelselherziening van het omgevingsrecht. De doelstelling van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is om de regels voor overheden te vereenvoudigen en te verbeteren, alsook de positie van de burger (grondeigenaar) verder te versterken. De KNB heeft echter bij deze doelstelling diverse kanttekeningen geplaatst, vooral waar het de rechtsbescherming en de uitvoering van de nieuwe regels betreft.
Hiaten overgenomen
Verder is de kenbaarheid van voorkeursrechten nog steeds niet goed geregeld. Ook heeft het ministerie op sommige onderdelen de huidige regelgeving (zoals bij de Wilg) bijna ongewijzigd overgenomen in het wetsvoorstel. Daarmee zijn ook de hiaten die nu in de Wilg bestaan overgenomen. De KNB heeft in haar reactie het ministerie nadrukkelijk op deze punten gewezen.