Nieuwe maatregelen in het Belastingplan 2025 zijn bedoeld om onwenselijk gebruik van de kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting te beperken. Dit leidt echter onbedoeld ook tot belemmeringen bij de transitie van het landelijk gebied en het toekomstbestendig maken van de agrarische sector. Een aangenomen motie in de Tweede Kamer roept nu op tot maatregelen om dit te voorkomen.
De motie kwam tot stand dankzij een gezamenlijke inspanning van notaris Ronald Gerrits, notarieel rechtenstudent Pepijn van Gulick, hoogleraar Jeroen Rheinfeld en Tweede Kamerlid Inge van Dijk (CDA).
Misbruik voorkomen
De kavelruilvrijstelling wordt per 1 januari 2025 beperkt om misbruik te voorkomen: woningen en opstallen die niet voor landbouw worden gebruikt zijn dan uitgesloten van de kavelruilvrijstelling. Maar deze wijzigingen blijken ook negatieve gevolgen te hebben: ook niet zuiver agrarische grondzaken worden hiervan buitengesloten, zoals bij de herontwikkeling van boerenerven en brinkjes voor plattelandswoningen en agrarische mantelzorgwoningen, of bij de groei van multifunctionele landbouw zoals boerderijcampings en zorgboerderijen.
Negatieve gevolgen
Gerrits kwam daarom in actie: 'Het landelijk gebied is in transitie, en juist kavelruil is belangrijk om deze transitie mogelijk te maken.' De notaris benaderde CDA-Kamerlid Inge van Dijk, die hij kent van de sportschool. Samen met Van Gulick en Rheinfeld, die allebei al eerder schreven over de kavelruilvrijstelling, brachten zij de negatieve gevolgen in kaart en zochten ze steun bij andere politieke partijen. Het resultaat: een aangenomen motie die oproept om met maatregelen te komen om deze gevolgen te voorkomen. Gerrits: 'De praktijk is van essentieel belang om de doelstelling van het wetsvoorstel te verwezenlijken en in juridische zin bij te dragen aan de transitie van ons landelijk gebied.'