Per 2026 komt er een nieuw overdrachtsbelastingtarief van 8 procent voor bepaalde woningen. En de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten wijzigen per 2025 en 2026. Deze en andere maatregelen staan in het pakket Belastingplan 2025 dat staatssecretaris Folkert Idsinga van Financiën tijdens Prinsjesdag heeft ingediend bij de Tweede Kamer.
Het kabinet wil dat het aanbod van huurwoningen groter wordt door het investeren in en bouwen van (private) huurwoningen te stimuleren. Daarom wordt per 2026 in de overdrachtsbelasting een nieuw woningtarief van 8 procent ingevoerd. Dit nieuwe tarief is van toepassing als de verkrijger de woning niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken, maar bijvoorbeeld gaat verhuren. Voor verkrijgers die de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken blijven het bestaande verlaagd tarief van 2 procent en de startersvrijstelling gelden. Het huidige 10,4 procent tarief geldt voortaan alleen voor niet-woningen. Deze maatregel wordt door middel van een tweede nota van wijziging aan het wetsvoorstel Belastingplan 2025 toegevoegd.
Startersvrijstelling
Het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2025 breidt de startersvrijstelling en het verlaagd tarief voor de overdrachtsbelasting uit tot de economische eigendom van een woning. Verder wordt in dit wetsvoorstel een sleutelovereenkomst onder voorwaarden niet aangemerkt als verkrijging van economische eigendom. Tot slot wordt de VoV-vrijstelling ook van toepassing op aanhorigheden. Deze maatregelen gaan in per 2025.
Kavelruil
Het wetsvoorstel Belastingplan 2025 wijzigt ook de kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting per 2025 op enkele punten. In de praktijk is het in onbedoelde gevallen mogelijk geworden om gebruik te maken van deze vrijstelling. Hierdoor kunnen in bepaalde gevallen woningen en andere opstallen die niet voor de landbouw worden gebruikt onbedoeld vrij van overdrachtsbelasting worden verkregen. Het kabinet vindt dit onwenselijk en stelt voor om de aan deze vrijstelling verbonden voorwaarden aan te passen. Onder deze nieuwe voorwaarden kunnen woningen niet meer onder de kavelruilvrijstelling vallen. Alleen agrarische bedrijfswoningen worden van deze uitsluiting uitgezonderd. Voor andere opstallen geldt dat deze alleen onder voorwaarden nog onder de vrijstelling kunnen vallen. Voor onbebouwde gronden wijzigt er niets.
Bedrijfsopvolging
Het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 vormt het vervolg op de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024. Dit wetsvoorstel bevat onder meer een versoepeling van de bezits- en de voortzettingseis van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR). Deze voortzettingseis wordt verkort naar 3 jaar. Daarnaast wordt de toegang tot de BOR ingeperkt tot gewone aandelen met minstens 5 procent belang. Dit laatste geldt ook voor de doorschuifregeling aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting. Ook worden maatregelen voorgesteld tegen onbedoeld gebruik van de BOR. De meeste maatregelen gaan in per 2026. Alleen de verkorting van de voortzettingseis gaat in per 2025.
10 wetsvoorstellen
Het pakket Belastingplan 2025 bestaat dit jaar uit 10 wetsvoorstellen. De commissie voor Financiën van de Tweede Kamer gaat de wetsvoorstellen nu schriftelijk behandelen, zodat deze half november plenair kunnen worden besproken. Hierna kan de Eerste Kamer ermee aan de slag.