Het kabinet heeft in een Kamerbrief gereageerd op de gezamenlijke beleidswensen van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH) en de politie. Afgelopen woensdag stond de brief ook op de agenda tijdens een commissiedebat.
De versterking van de informatiepositie van de notaris als poortwachter kwam meermaals aan bod in het debat. Het kabinet benadrukt dat een doorbreking van de wettelijke geheimhoudingsplicht alleen mogelijk is door wijziging van de Wet op het notarisambt. Daarvoor vindt reeds een zorgvuldige afstemming plaats met de KNB. Zo biedt de nieuwe Europese anti-witwasverordening, die medio 2027 in werking treedt, een grondslag voor informatie-uitwisseling tussen notarissen onderling. Het kabinet wil hiervan gebruikmaken en heeft dit opgenomen in de implementatiewetgeving. Het uitwisselen van informatie met derden blijft, gelet op de geheimhoudingsplicht, uitgesloten.
Privacy UBO’s
Tijdens het debat benadrukte Henk de Vree (PVV) dat poortwachters zoals notarissen onvoldoende duidelijkheid hebben over wat er concreet van hen wordt verwacht. Hij pleitte voor heldere standaarden en vroeg daarnaast welke stappen het kabinet zet om de privacy van UBO’s te waarborgen. Folkert Idsinga (NSC) wees erop dat de poortwachtersfunctie tot hoge kosten leidt en ondernemers dupeert door geblokkeerde betaalrekeningen. Hij drong aan op meer waarborgen en op een nationale aanpak om toegang tot zakelijke bankrekeningen te verbeteren.
Reactie op CAHR
Een verdere behandeling van het intiatiefwetsvoorstel voor het Centraal Aandeelhoudersregister (CAHR) ligt in handen van de Tweede Kamer, vindt het kabinet. Zodra dat gebeurt, neemt het kabinet hier een standpunt over in. De KNB blijft zich ondertussen inzetten voor de invoering van het CAHR, dat volgens de beroepsorganisatie cruciaal is voor transparantie over rechtspersonen en een versterking van de poortwachtersrol van de notaris.
Notaris bij koopovereenkomst
Verder reageerde het kabinet op het voorstel om de notaris te betrekken bij het opstellen van de koopovereenkomst. De notaris kan op die manier eerder diens onderzoekende en controlerende taken uitvoeren en daarmee de poortwachtersfunctie beter vervullen. Het kabinet erkent het belang van dit voorstel, maar wijst erop dat dit onderwerp deel uitmaakt van een breder onderzoek binnen het Financieel Expertise Centrum (FEC) naar hypotheekfraude. De uitkomsten daarvan worden in het vierde kwartaal van dit jaar verwacht, waarna een volgend kabinet een besluit neemt over mogelijke vervolgstappen. In dit kader benadrukte Aukje de Vries (VVD) het belang van een duidelijke planning en een snellere risicogebaseerde aanpak. Zij wees ook op de noodzaak van meer duidelijkheid over gegevensuitwisseling, onder meer rond UBO’s en PEP-definities.
Vervolg
Minister Eelco Heinen (Financiën) onderstreepte in het debat dat de kern van de problemen niet alleen in de wet, maar vooral in de uitvoering ligt. Hij kondigde een ‘lastenluwe implementatie’ van Europese regels aan en beloofde in het vierde kwartaal van 2025 een update te geven, gevolgd door een bredere voortgangsrapportage begin 2026. Tegelijkertijd waarschuwde Doğukan Ergin (DENK) dat de huidige aanpak leidt tot disproportionele nadelen voor mensen met een migratieachtergrond. Volgens hem creëren risicoprofielen een ‘discriminatiemachine’ en zou een expliciet discriminatieverbod in de implementatiewet moeten worden opgenomen. De minister vond dit niet noodzakelijk omdat al in de grondwet (artikel 1) is opgenomen dat discriminatie verboden is.