‘Op welke wijze wordt voorkomen dat via buitenlandse rechtspersoon-bestuurders de bestrijding van witwassen en vennootschapsfraude wordt omzeild?’ Dit vragen Tweede Kamerleden Mei Li Vos en Jeroen Recourt (beiden PvdA) aan minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie. Zij willen dit weten naar aanleiding van een artikel in het Tijdschrift voor vennootschapsrecht, rechtspersonenrecht en ondernemingsbestuur.
De PvdA’ers vragen zich af of het lastig en soms vrijwel onmogelijk is om bij buitenlandse rechtspersoon-bestuurders achterliggende bestuurders te traceren. En of dit een tijdrovende en kostbare zaak is. Als dit inderdaad het geval is, willen Vos en Recourt weten wat dat zegt over de mogelijkheid om dergelijke bestuurders aansprakelijk te kunnen stellen in het geval van bijvoorbeeld financieel-economische criminaliteit of ernstige nalatigheid.
CAHR
Ook stellen de Tweede Kamerleden een vraag over het centraal aandeelhoudersregister (CAHR). De PvdA’ers willen antwoord op de vraag: ‘Deelt u de mening dat het toekomstige centraal aandeelhoudersregister minder effectief zal zijn ten aanzien van het voorkomen van financieel-economische criminaliteit als de achterliggende bestuurder van een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder niet of nauwelijks kan worden achterhaald?