Het register met informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten (UBO’s) wordt als openbaar register ingesteld. Dit schrijft minister Dijsselbloem van Financiën mede namens minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie en minister Kamp van Economische Zaken aan de Tweede Kamer. Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de contouren die de ministers in gedachten hebben voor het Nederlandse zogenoemde UBO-register.
Accurate en actuele informatie over UBO’s is een belangrijke factor bij het opsporen van criminelen die hun identiteit achter vennootschappen en andere juridische entiteiten kunnen verbergen. Door deze informatie meer transparant te maken kan misbruik van vennootschappen en andere juridische entiteiten beter worden tegengegaan. Om die reden is in de vierde Europese anti-witwasrichtlijn afgesproken dat alle EU-lidstaten uiterlijk op 26 juni 2017 een UBO-register instellen. De richtlijn geeft op hoofdlijnen de eisen waaraan een UBO-register minimaal moet voldoen. Een verdere uitwerking daarvan dient op nationaal niveau plaats te vinden.
Vennootschappen en andere juridische entiteiten
In het Nederlandse UBO-register worden de UBO’s van vennootschappen en andere juridische entiteiten die in Nederland zijn opgericht, geregistreerd. Deze groep komt in grote lijnen overeen met de in het handelsregister opgenomen entiteiten. Voor het UBO-register willen de ministers dan ook zo veel mogelijk aansluiten bij de entiteiten genoemd in de Handelsregisterwet 2007. Het gaat om onder meer bv’s, niet-beursgenoteerde nv’s, stichtingen en personenvennootschappen.
Toegang en privacy
De richtlijn beschrijft zowel de mogelijkheid van een openbaar register als de mogelijkheid van toegang voor in ieder geval drie categorieën gebruikers: bevoegde autoriteiten en de FIU-NL, zonder enige beperking; meldingsplichtige instellingen in het kader van hun cliëntenonderzoek; en alle personen of organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen dat verband houdt met het tegengaan van witwassen en financieren van terrorisme en de daarmee verband houdende basisdelicten, zoals corruptie, fiscale misdrijven en fraude. Mede omdat een regime met deze drie categorieën slecht controleerbaar en uitvoerbaar is en hoge lasten meebrengt, willen de ministers het UBO-register als openbaar register instellen. De openbaarheid wordt gekoppeld aan vier (privacy)waarborgen: iedere gebruiker zal worden geregistreerd; er zal een vergoeding gevraagd worden voor inzage; gebruikers anders dan specifiek aangewezen autoriteiten en de FIU-NL krijgen inzage in een beperkte set gegevens over de UBO; en bij een risico op bijvoorbeeld kidnapping, chantage, geweld of intimidatie wordt steeds per individueel geval een nauwkeurige beoordeling gemaakt van de risico’s en wordt bezien of (bepaalde) UBO-informatie kan worden afgeschermd.
Verstrekte informatie
Het voornemen is iedereen toegang te geven tot een beperkte set van zes gegevens over een UBO: naam, geboortemaand, geboortejaar, nationaliteit, woonstaat en aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang. Dat slechts deze set van zes gegevens beschikbaar wordt gemaakt over een UBO, brengt mee dat meldingsplichtige instellingen niet alle UBO-informatie die zij nodig hebben uit het register kunnen halen. Van hen wordt verwacht dat zij meer informatie – bijvoorbeeld adresgegevens – verzamelen en in hun eigen administratie bewaren. Zij zullen aanvullend dus nog meer UBO-gegevens moeten verzamelen om aan hun bestaande wettelijke verplichtingen te voldoen. In aanvulling op de beperkte set gegevens worden aan bepaalde autoriteiten en de FIU-NL aanvullende gegevens verstrekt die relevant zijn in het kader van hun werkzaamheden (toezicht, opsporing), zoals geboortedag, -plaats en -land en adres.
Aanleveren en beheer
Vennootschappen en andere juridische entiteiten worden verplicht UBO-informatie aan te leveren aan het register die toereikend, accuraat en actueel is. UBO’s worden verplicht hieraan mee te werken. Om het register niet uitsluitend op zelfrapportage te laten steunen en om te zorgen dat de informatie in het register zo toereikend, accuraat en actueel mogelijk is, worden meldingsplichtige instellingen verplicht ‘verschillen’ met het UBO-register door te geven aan de beheerder van het register. Ook autoriteiten die een rol hebben in het kader van het tegengaan van witwassen, financieren van terrorisme of andere vormen van financieel economische criminaliteit krijgen, afhankelijk van hun rol, een recht of een verplichting om afwijkende gegevens door te geven. De Kamer van Koophandel (KvK) is geïnteresseerd in de rol van beheerder van het UBO-register. Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen het UBO-register en het handelsregister, onder meer bij de mate van toegang, de betrokken vennootschappen en juridische entiteiten en het feit dat zij bij beide registers de eigen informatie aanleveren. Daarnaast is een meerwaarde dat dan bij de KvK handelsregisterinformatie en UBO-informatie op één plek beschikbaar is. Met de KvK zal verder worden verkend hoe kan worden voldaan aan de eisen die worden gesteld aan het (beheer van het) UBO-register. Ook zal een inschatting van de kosten worden gemaakt.